De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 4
(1887-1888)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 169]
| |
[Nummer 22]Onze gravures.Goede vrienden.
goede vrienden, naar de schilderij van leinweber.
De hond is overal een vriend des huizes, dus zonder twijfel ook in de jagerswoning. Hij maakt daar zelfs deel uit van het gezin. Hij is opgegroeid met de kinderen, die goedige Castor. Dat zijne jongen voor hen alleraardigst speelgoed zijn dat weet hij wel en hij is er fier op, want ze zullen goed behandeld worden, zooals hij dat altijd ondervonden heeft. Het is een alleraardigst gezicht, zoo'n nest jonge keffers, waarvan de een al speelscher is dan de andere. Zij maken allerlei sprongen en brommen en keffen, en weten van dartelheid niet wat beginnen. Men ziet echter reeds dat het jachthonden van zuiver ras zijn. Het zoontje van den jager heeft dan ook veel schik in het goedje. Hoe natuurlijk is de houding dier hondjes, hoe juist zijn de bijzonderheden, zooals de zwakke achterpootjes, weergegeven. Eenvoudig en ongezocht van onderwerp, maakt deze schilderij, door hare keurige uitvoering, een recht lief tafereel uit. | |
De bakermat van Leo XIII.Naar aanleiding onzer afbeelding van het geboortehuis des Heiligen Vaders, laten wij hier eenige bijzonderheden volgen omtrent het stadje Carpineto en het oude paleis der Pecci's aldaar, dat wij ontleenen aan het Leven van Leo XIII, door Dr. O'Reilly. Wij lezen daar in het tweede hoofdstuk als volgt: | |
[pagina 170]
| |
Carpineto is een volkrijk plaatsje van 5.000 inwoners, gelegen in eene opening der Monti Lepini, dicht bij Velletri. ‘Het is een adelaarsnest voor de veiligheid hoog boven den grond geplaatst, tusschen twee reusachtige rotsen.’Ga naar voetnoot1) In vroegere tijden was het versterkt, zooals de overblijfselen van wallen en torens nog heden aanduiden. In de nabijheid lag ook de Volskische stad Cuentra, door de Romeinen verwoest en de andere sterkte Pruni, volgens plaatselijke overlevering in de zestiende eeuw door de soldaten van Alva omvergehaald. De overblijfselen worden den bezoeker nog aangewezen. De middeleeuwsche plaats werd eene feodale bezitting der Aldobrandini. Kardinaal Pietro Aldobrandini, neef van Paus Clemens VIII (1593-1605), bouwde daar op eigen kosten een klooster voor gereformeerde Franciskaner monniken. Vier parochie-kerken, waaronder eene collegiale kerk, gesticht door Paus Clemens XIV, zelf een Franciskaan, voorzagen in de geestelijke behoeften der bevolking. Twee van deze kerken waren in gothieken bouwstijl opgetrokken in de vijftiende eeuw, en dagteekenden van het Pontificaat van Calixtus III (1455-58). Zij waren alle in het jaar der genade 1810 in een treurigen staat van verval. De Fransche republikeinsche soldaten hadden ook daar hunne heiligschennige plunderingen en verwoestingen aangericht; en de toch reeds karige inkomsten der parochie-geestelijken waren door de keizerlijke regeering te Rome tot een armoedig beetje verminderd. De hooge ligging van Carpineto, en de moeilijkheid om het uit de vallei van Latium daarbeneden te bereiken, zijn tot op deze dagen bezwaren, die slechts enkele reizigers, studenten en kunstenaars de moeite waard vinden om te overwinnen. De spoorweg, die langs de oostelijke zijde der Volskische bergketen loopt, laat den hoogen bergtop met zijne weinige stadjes en gehuchten ver af liggen. En toch is, in den nazomer of bij liefelijk lenteweer, een tocht van het naastbijgelegen station - Legni - door deze bergengte, met zijne schuimende wateren, een onvermengd genot. Het woeste, tooverachtige en steeds afwisselend schouwspel, dat deze bergstreek aanbiedt, met hare hooge rotsmuren, hare boomen en heestergewassen, de wilde bloemen langs den weg, de lichtende wasem, die zoowel in November als in Maart en April, de lucht vervult, en als ge naar beneden ziet in de vallei of een blik werpt op de vergelegen heuvelen, ieder voorwerp in de verte in een doorzichtigen sluier hult, de krachtige, versterkende berglucht, - alles vervult de ziel met hooge vreugde. Omstreeks eene mijl van het hoogste punt toont uw vetturino u tegen de glooiende groene vlakte tusschen twee hooge hellingen het landhuis van de familie Pecci, te midden van rijzige kastanjeboomen. Het ligt daar zeer schoon; en men kan zich voorstellen, hoe goed de ouders, omringd van vroolijke kinderen hun geest en hart konden ontwikkelen, dáár onder gindsche schaduwen, en op die grazige vlakte, waar men het oog kan laten weiden over die grootsche vergezichten. Hier zijn wij dan op het oneffen rotsig plateau van Carpineto, - inderdaad een adelaarsnest opgehangen tusschen twee ontzaggelijke rotsen. Geen wonder, dat de vroegere Pelasgen of Etrusciërs, die van het oosten hierheen togen om eene veilige, duurzame woonplaats te zoeken, zich op dit schier onbereikbaar en onneembaar punt zouden hebben gevestigd. De middeleeuwsche huizen en straten slingeren zich schilderachtig over den oneffen grond. En het duurt lang eer een rijtuig, naar het hoogste punt opgeklommen, u eindelijk brengt voor een prachtig vijftiende-eeuwsche gebouw, met eene daaraan belendende kerk, die het afscheidt van de woning der parochie-geestelijken. De bewoners van dit paleis, in 1810, waren Dominico Lodovico Pecci, toen in zijn 41ste jaar, en zijne echtgenoote Anna Prosperi-Buzzi, die in haar 37ste was. Hun echt was gezegend met zes kinderen, vier jongens en twee meisjes, en het jongste kind, dat pas gedoopt was, had de namen ontvangen van Joachim Vincent Raphael Lodovico (en zou eenmaal als Paus den roemrijken naam dragen van Leo XIII). |
|