Bernard Palissy.
Wie kent den naam en het leven niet van Bernard Palissy, den Franschen plateelbakker, die op het gezicht eens bekers van Italiaansch aardewerk de gedachte opvatte van eene nieuwe kunst, die hij wilde uitvinden, en waardoor zijn naam beroemd werd? Het leven van dezen man, die een sprekend voorbeeld is van hetgeen wilskracht en vertrouwen op zich zelven vermogen, is merkwaardig genoeg om, naar aanleiding onzer gravure, in het kort te worden verhaald. Het leven van Palissy was een aanhoudende strijd, gestreden met een heldenmoed, welks grootheid een romanesken glans werpt op zijne lotgevallen.
Hij werd geboren in 1510 te Chapelle Biron, een klein dorpje tusschen de Lot en de Dordogne. Zijn vader was ongetwijfeld een glaswerker, want in dat bedrijf werd Bernard grootgebracht. Zijne ouders waren zeer behoeftig, te arm zelfs om hem maar het minste schoolonderwijs te kunnen laten genieten. Toch leerde hij op glas schilderen en teekenen, en later lezen en schrijven. Op achttienjarigen leeftijd trok hij de wijde wereld in. Hij reisde op zijn ambacht door Frankrijk en Vlaanderen en in Duitschland. Na een jaar of tien trouwde hij en vestigde zich in het stadje Saintes. Daar hij een groot gezin kreeg, had hij veel te kampen met huiselijke zorgen; want zijne verdiensten waren gering, en soms was hij zonder werk. Maar hij voelde zich tot beter in staat dan zijn gewoon handwerk en hij legde er zich op toe eene kunst uit te vinden, die aan zijn handwerk verwant was, de kunst om aardewerk te beschilderen en te emailleeren. Om die kunst te vinden moest nog de eerste schrede gedaan worden. Eerst kon hij niet meer doen dan gissingen maken en moest hij allerlei proeven nemen Hij had zich alle grondstoffen verschaft, die hij noodig meende te hebben. Daarvoor kocht hij gewone aarden potten, sloeg ze aan stukken, en na de scherven met verschillende stoffen, die hij had klaargemaakt, bedekt te hebben, onderwierp hij ze aan de hitte van een oven, dien hij voor dit doel had gebouwd. Hij slaagde niet in zijne proefnemingen, die slechts een hoop gebroken potten en groot verlies van brandhout, chemische preparaten, tijd en werk verwekten. Zijne vrouw was, zooals men begrijpen kan, weinig ingenomen met zijne pogingen, die het luttel geld, dat zoo hoog noodig was voor het huishouden, in rook deden opgaan. Maar zij moest zich wel schikken in haar lot. Palissy handelde onder den drang van een eenmaal opgevat voornemen, dat hij voor niets ter wereld opgaf. Hij moest en zou het geheim van de brandverf vinden. Maanden en jaren lang zette hij zijne proeven voort. Ontevreden over
zijn eersten oven, bouwde hij een tweede buiten zijne woning. Daar brandde hij ander hout, verknoeide andere hulpmiddelen en potten en verloor weer zoo veel tijd en geld, dat hij met zijn gezin ter prooi verviel aan de diepste armoede.
In de tusschenpoozen oefende hij zooveel hij kon zijn eerste werk uit; hij schilderde op glas en teekende portretten, wat hem echter bitter weinig opbracht. De kosten van de brandstof waren zoo groot dat hij zijn eigen oven niet meer kon gebruiken. Hij ging voort gebroken potten op te koopen, ze evenals vroeger in stukken te slaan, en ze met de noodige saamgestelde preparaten te vermengen. Daarvoor ging hij naar Saintes om ze in een gewonen oven te doen smelten. Hij bespiedde de uitkomst, maar tot zijn groot verdriet was weder alles vergeefs, nog eens mislukte het. Teleurgesteld, maar onoverwinnelijk besloot hij onmiddellijk alles opnieuw te beginnen. Dat is de onweerstaanbare volharding, waaraan men het genie, den held herkent.
Eerst trachtte hij door onvermoeiden arbeid het noodige geld bijeen te krijgen, om daarna zijn levensdoel weer na te jagen. Maar hoe heet hij zijn oven ook stookte, hoe hij nacht en dag zocht en zwoegde en zweette, hij vond geen spoor van email.
Twee jaren nog zette hij zijne proeven voort zonder eenige uitkomst. Toen zijne hulpmiddelen waren uitgeput en hij weer met armoede werd bedreigd, besloot hij eene uiterste poging te wagen en bracht zooveel mogelijk gebroken potten naar den smeltoven. Vier uren gingen voorbij en hij sloeg met angst en spanning de werking zijner proeven gade. Men opende den oven. Op de driehonderd stukken potscherven was er slechts een gesmolten. Toen hij het koud liet worden werd het wit,... wit en glad! Dit stuk potscherf was inderdaad bedekt met een email dat door Palissy ‘bijzonder schoon’ werd genoemd. En hij moest het wel schoon vinden, nadat hij er zoo lang en met zooveel inspanning naar had gezocht. Hij liep naar huis om het te toonen aan vrouw en kinderen, en hij gevoelde zich zooals hij zelf zegt ‘een ander mensch.’ Toch had hij alle moeielijkheden niet overwonnen, want op dezen goeden uitslag, die hem maar gedeeltelijk bevredigde, volgde nog eene reeks van mislukte proeven en bittere teleurstellingen.
Om in vrijheid en in 't geheim te werken aan de voltooiing van zijne uitvinding, die op een practisch gebruik moest uitloopen, besloot hij om weer voor zich zelven dicht bij zijne woning een oven van ijzer te bouwen, en terstond toog hij eigenhandig aan het werk. Zelf ging hij steenen halen in de bakkerij, droeg ze op zijn rug, legde ze zelf, en was te gelijk metselaar en smid. Nadat hij aldus achttien maanden had doorgebracht, was de oven gereed en kon hij gebruikt worden. In den laatsten tijd had hij met de grootste moeite hout bijeengehaald, zooveel als hij noodig meende te hebben. Het vuur werd aangelegd en de proefneming, die met zorg in gereedheid gebracht was, begon. Palissy verloor zijn oven niet uit het oog.
Zoo bracht hij den dag en den nacht door; hij bleef waken en altijd door wierp hij nieuw voedsel op het vuur. Maar het email smolt nier. Nog eens ging de zon op over zijn werk, zijne vrouw kwam hem eten brengen, - voor niets ter wereld had hij zijn oven verlaten - onophoudelijk wierp hij brandstof op het vuur zonder goeden uitslag. De zon neeg ten Westen, maar Palissy dacht aan geene rust. Een derde dag en derde nacht gingen zoo voorbij, een vierde, een vijfde, een zesde eindelijk... ja, gedurende zes lange dagen en doodelijke nachten, waakte en werkte Palissy, niettegenstaande zijne hoop werd vernietigd en nog smolt het email niet.
Toen kwam de gedachte in hem op, dat hij mogelijk niet slaagde, omdat de vermenging niet goed geschied was, en nog eens begon hij nieuwe grondstoffen klaar te maken om eene andere proef te wagen. Twee of drie weken gingen dus voorbij, maar waar zou hij geld vinden om nieuwe potten te krijgen voor zijn email? Die hij had gemaakt voor de vorige proefneming waren door de langdurige hitte geheel onbruikbaar geworden. Hij moest andere hebben en Palisay had geen geld. Hem bleef maar een middel over: het te leenen. Ofschoon zijne vrouw en zijne kennissen hem beschuldigden dat hij zijn geld in nuttelooze proeven verspilde, genoot hij een goeden naam.
Hij vond dus gemakkelijk de som, die hij noodig had om andere potten te koopen, en weldra was alles voor eene nieuwe proef gereed. Toen de potten goed ingestreken waren met het preparaat en zorgvuldig in den oven geplaatst, werd het vuur opnieuw ontstoken.
De proefneming was inderdaad de laatste, 't was eene wanhopige poging. Palissy zag dus het vuur opflikkeren, maar het email smolt niet. Hij kreeg gebrek aan hout. Hoe tot het einde toe die hel van vuur onderhouden? Palissy kijkt rond zich en zijne blikken vallen op de palissaden van den tuin, droog hout, dat flink brandde. Wat was zoo'n offer in vergelijking met den prijs van de groote ontdekking, wier welslagen van spaanders brandhout afhankelijk was? De palissaden worden afgerukt en in het vuur geworpen. Maar het was te vergeefs. Nog smelt het email niet. Tien minuten lang diezelfde hitte nog zouden mogelijk voldoende zijn! Hout, hout moet hij hebben tot elken prijs. Liever zijne meubelen verbranden, dan ook deze laatste proefneming nog te zien mislukken.
Men hoort een ontzettend leven in huis, en onder het geschrei van vrouw en kinderen, die ernstig gelooven dat Palissy krankzinnig is geworden, komt deze aan beladen met stukken van tafels en gebroken stoelen, die hij in het fornuis werpt. En toch smelt het email nog niet. Er blijven slechts eenige planken over. Wat kunnen hem die planken schelen.
Hamerslagen en het gekraak van houtwerk doen zich opnieuw hooren in zijne woning en weldra volgen die planken de meubelen in het vuur Vrouw en kinderen loopen nu wanhopig het huis uit, overal in de stad rondroepend, dat de arme Palissy krankzinnig is geworden en hij zijn huis verbrandt om zijne potten te bakken.
Palissy intusschen, die in geene maand uit de kleeren was geweest, was geheel uitgeput van vermoeienis, angst, vasten en waken. Tot over de ooren in de schulden, was hij tot den laatsten trap van ellende afgedaald, zou men denken. Welnu, integendeel: hij had het geheim gevonden, de laatste overmatige hitte had het email gesmolten. De grove aarden potten, die bruin en ruw in de oven waren gezet, werden er met een glanzend wit email overtrokken, uitgehaald. Nu mocht Palissy met opgeheven hoofd de verwijten, de beleedigingen en de verachting het hoofd bieden. De geniale man had, dank aan de volharding van zijne inspraak, de overwinning behaald hij had de natuur een harer geheimen ontrukt, en mocht nu rustig betere dagen verwachten, die hem in staat zouden stellen partij te trekken van zijne ontdekking.
Veel deed de werkman, want die naam mag hij dragen, om zijn werk te volmaken. Nog ondervond hij menig ongeluk op zijne loopbaan, maar het groote doel zijns levens was bereikt, wat hij had gezocht, was gevonden en zijne bevinding werd eene weldaad en een sieraad voor de nijverheid.