Tegen onvruchtbaarheid van oude vruchtboomen.
Met leede oogen ziet de eigenaar van een boomgaard vaak op naar een boom, die het laatste stadium is ingetreden. Aan een boom meer of minder is hem niet gelegen, maar dien boom zou hij niet graag missen, want niet een in heel zijn tuin die lekkerder vruchten voortbrengt, of beter uitgedrukt, voortgebracht heeft De verdorde takken, welke nog het eenige sieraad zijner kruin uitmaken, toonen genoegzaam aan, dat hij bijna al zijne vruchtbaarheid heeft verloren.
Die onvruchtbaarheid wordt echter doorgaans verholpen, - althans wanneer de grond arm en uitgeput is, - door in de maand Augustus of September kuilen van een meter vierkant op anderhalven meter van den stam te graven en deze te vullen met goede aarde, vermengd met beer of dergelijke meststoffen, welke speciën dan de uiteinden der wortelvezelen bereiken en ze nieuwe groeikracht schenken.
diergaarde van amsterdam. - museum van opgezette beesten.
bijt hij? naar de teekening van bever.
Het kan evenwel ook zijn, dat de grond te vet is en de boom te sterk zou wassen; in dit geval strooit men wat kalk in de gegraven opening en steekt met eene scherpe spade eenige wortelen door. Dit laatste mag evenwel alleen geschieden bij kernooftboomen en nooit bij steenooft en dan nog bij voorkeur in het voorjaar.