Speckbacher.
‘Speckbacher’ is de titel van Defreggers meesterstuk, waarmee hij voor goed zich zelven voor alle tijden een monument stichtte. Dit heerlijke doek vereeuwigt eene episode uit den vrijheidsoorlog van Tirol in het jaar 1809. De koene bergbewoners, in de krachtige lucht hunner hooglanden opgegroeid tot ernstige mannen, met stalen spieren en ruime vrije harten, wilden niets weten van overweldiging. Al boog zich Europa onder den ijzeren hiel van den Corsikaan, de bergbewoners van het hooge en vrije Tirol verzetten zich tegen overmachtig geweld, onder aanvoering hunner helden. De besten onder hen, Andreas Hofer en Speckbacher, worden nog steeds met bewondering genoemd als de worsteling der weinige dapperen tegen de reuzenmachten van den veroveraar in herinnering worden gebracht.
Over Andreas Hofer hebben we reeds vroeger gesproken. Speckbacher werd geboren op eene hofstede van de gemeente Tersens, tusschen Innsbrück en Hall. Zijne ouders waren vermogend. Hij bracht zijne jeugd door met het jagen op gemzen en bergwild en maakte zich beroemd door zijn scherpen blik, zijne vaste hand, kracht en behendigheid. Sinds jaren reeds een vertrouweling van Hofer stond hij deze ter zijde bij den opstand. Op den 12n April van 't jaar 1809, den dag waarop de opstand moest losbarsten, overviel hij het Beiersche garnizoen van de stad Hall en nam hij, met behulp van Jos. Staub, een inwoner van Hall, de van Innsbrück gevluchte cavalerie gevangen. Hij muntte echter bijzonder uit in het gevecht van 25 en 29 Mei, waardoor Innsbrück en geheel Tirol opnieuw werd bevrijd. Zijn tienjarige zoon bleef hem gedurig ter zijde. Niet minder moed en groote bekwaamheid legde hij bij de blokkade van Küsstein aan den dag.
Toen de Oostenrijkers, ten gevolge van den wapenstilstand van Znaim, Tirol ontruimden, en dit toch voortging den vijand te bestoken, vocht Speckbacher in de eerste rijen bij de gevechten, die op den 4n, 6n en 7n Augustus geleverd werden. Ook aan den slag bij Innsbrück op den 13n Augustus, die maarschalk Lefebvre dwong Tirol geheel te verlaten, nam hij een werkzaam deel. Na de derde bevrijding van zijn land, sloot Speckbacher zich met zijne Tirolsche vrijheidshelden aan bij de verdedigers van het Salzburgsche bergland. De 16n September behaalde hij bij Loser en Lüdenstein verscheidene voordeelen. Hij werd echter den 16n October bij Melleck verslagen en zijn zoon werd gevangen genomen. Hij zelf ontkwam met de grootste moeite. De afkondiging van den vrede van Weenen verontrustte het zoo vaak misleide Tiroolsche volk. Ook Speckbacher liet zich niet bedriegen en geloofde weder aan het hervatten van den strijd. Hij vluchtte van Alp tot Alp, verborg zich geruimen tijd onder sneeuw en ijs in een hol, bleef daarna zeven weken lang als vogelvrij verklaarde verborgen in zijn eigen stal, tot dat hij eindelijk in Mei 1810 over het gebergte naar Weenen vluchtte. Hier ontving hij een pensioen als overste en de opdracht om eene voor de Tirolers gestichte kolonie te besturen.
Bij het uitbreken van den oorlog in 1813 wist hij zijn geboortegrond weer te bereiken en ofschoon het tot geene beslissende wapenfeiten kwam, bewees hij toch gewichtige diensten. Hij werd tot majoor benoemd en deed na den vrede eene reis naar Londen. Speckbacher stierf na zijn terugkeer in het vaderland te Hall in het jaar 1820. In Tirol leven nog twee zijner kinderen, een zoon en eene dochter, beiden diep in de tachtig jaar oud.
De bij uitstek Tiroolsche schilder Franz Defregger is zelf een zoon der bergen, die tusschen Alpenrozen en gemzen is groot geworden, en tot zijne jongelingsjaren de geiten hoedde op de hellingen der geliefde bergtoppen Hij kent zijn land, met zijn heden en verleden, en de voortbrengselen van zijn frisch penseel zijn meer populair dan die van welken Duitschen schilder ook. Eerst op latere jaren wijdde de geboren kunstenaar, die zich vroeger uit liefhebberij alleen met houtsnijden bezig hield, zijn leven onder degelijke leiding aan de schilderkunst. Nooit echter kwam hij onder den invloed zijner meesters. Als schilder is hij geheel zich zelf. Kracht, frischheid, eenvoud, humor, ernst en waarheid tintelen om beurte uit de verven, die vloeien van zijn veelkleurig palet.
Speckbacher is een van Defreggers best geslaagde tafereelen. Dit doek is een der weinige, die den schilder met een slag wijden tot meester en zijn naam wereldberoemd maken.
Het verdient dit ten volle. Want al de geestdrift van den patriot, van den man, die zijn land liefheeft en kent, is neergelegd in zijne stukken, maar vooal in dit levendig tafereel. Van teekening en kleur is het onberispelijk. De groepeering munt uit door juiste opmerking en onverbeterlijke keuze in de voorgestelde karakters. Wat zegt ge wel van de trouwhartige bergmannen, met ruig behaarde gezichten en breede schouders en teekenend gelaat? In de forsche trekken dier mannen spreekt de liefde tot hun geboortegrond, de haat tegen den tiran en de belangstelling in het woord, dat hen boeit. De hoofpersoon is eene prachtige figuur, een schoone kop met adelaarsneus, doordringend oog, eene flinkgebouwde herculische gestalte met breede borst. Zoo stelt men zich een heldentype, een volksman, een kloek strijder, een trouwhartig vaderlander voor, die kampt voor eene eerlijke zaak. Defregger verdient de populariteit, die hij geniet; het is een kunstenaar, die nooit zijn talent heeft misbruikt en die beurtelings de edelste en zachtste gevoelens opwekt door zijne kunst. Hij heeft recht op onze hulde, want hij vereeuwigt de eenvoudige zeden van zijn land, waar godsdienstzin en eerlijkheid heerschen; hij kweekt er liefde voor het huisgezin en trouw aan oude gebruiken, die de kracht uitmaken van zijn volk.