Levensregelen.
(Vervolg.)
Even omslachtig en huiveringwekkend is het, om zijne maag te harden door 's morgens en 's avonds en bij het middagmaal een glas helder, frisch water te drinken. Bah! hoe flauw en hoe koud zou dat zijn! Dan liever eenige koppen heete thee of koffie; daar behoeft men niet van te griezelen. Het is dan ook heel onfatsoenlijk, als onze kinderen naar de pomp loopen en hunne natuurlijke behoefte aan vocht door een kouden dronk helder water bevredigen. Vooral mag aan tafel de karaf met water niet in hunne nabijheid staan: zij zouden soms hunne maag kunnen verkoelen.
Vermijdt ook alle specerijen in uw voedsel; dat maakt de huid maar brandig en prikkelt de ingewanden. Beter is het, om flauwe kostjes in de maag te brengen, dat verwekt geen onfatsoenlijken dorst, maar doet de spijzen als ‘een steen voor de maag’ liggen.
‘Vette kost, wie huivert daar niet van!’ hooren wij ons toeroepen;’ ‘Vet is toch zoo moeielijk te verteren?’ Wel zeker; indien de boter bruin is gebraden en de ommelet in de boter zwemt, dan zal menigeen zich onaangenaam gestemd gevoelen na het gebruik van zulk een lekkerbeetje. Maar indien versche, zacht gesmolten boter of zacht vet bij het vleesch of bij den visch wordt genoten, zal de spijsvertering er des te gemakkelijker door worden. Neem maar een voorbeeld aan de Amerikanen, die de niet navolgenswaardige gewoonte hebben, om bij hunnen kokend heeten koffie eene portie versche maïsbroodjes, zonder zout, maar ruim geboterd naar binnen te werken Bovendien drinken zij gloeienden whisky, waarin een klontje boter is gesmolten. Zij mogen zich dan ook beroemen op de meeste heesche kelen en zieke magen. Maaglijders doen dus verkeerd, om zich te onthouden van vet en specerijen. Zij zullen hunne kwaal er des te erger door maken.
Nu worden er nog wel enkele gedweeë menschen gevonden, die den raad van hun geneesheer opvolgen door hunne tanden in eere te houden en hunne goed bereide spijzen zorgvuldig te kauwen en het gekauwde met een teug water te verdunnen; zij dragen daarbij zorg, dat zij goeden eetlust hebben door flinke beweging in de frissche lucht. Men geeft hun dan ook bij uitzondering den naam van gezonde menschen. De dokter kan op hen geen vat krijgen.
Wij spreken gedurig van de maag en de spijsvertering, maar de meeste mijner lezers en lezeressen kunnen zich wellicht niet voorstellen hoe zoo'n maag er uitziet en werkt. Welnu, laat ik u met een en ander in kennis stellen. Om u eene voorstelling van de maag te geven, verzoek ik u eene doorgesneden appelsien te bezichtigen. Gij zult daaraan twee wanden bemerken: de buitenste is oranjekleurig en bezet met een aantal openingen, waaruit eene olieachtige vloeistof kan geperst worden. Zoo ongeveer ziet de binnenwand der maag er uit. Is de maag ledig, dan heeft ze het voorkomen van een zak, ter grootte van eene ganzenei. Aan het linkeruiteinde is eene opening, die leidt naar den slokdarm; het rechteruiteinde loopt uit in den twaalfvingerigen darm. Komen nu spijzen of dranken in de maag, dan sluit zich de opening rechts en vormt alzoo een zak. Hoe meer voedsel in de maag wordt gebracht, des te meer zet zij zich uit. Daardoor worden de kleine kliertjes in hare wanden gedrukt, die het maagsap in kleine druppeltjes ontlasten. De buitenste laag van den maaginhoud wordt door dit vocht gedrenkt en gedeeltelijk opgelost. Opdat de geheele maaginhoud echter aan dien invloed blootgesteld worde, moet de spijsbrij door elkaar worden geschud, evenals de keukenmeid den inhoud van den kookpot door elkaar roert. De spieren der maag vervullen die rol; zij roeren en kneden den spijsbrij duchtig, doch gelijkmatig dooreen.
Vele stoffen, die wij gebruiken, worden in de maag eerst vast en dan weder opgelost. De in de melk opgeloste kaasstof behoort hiertoe; zij stolt eerst, om daarna verteerd, d.i. door het zure maagsap opgelost te worden. De ‘gekabbelde,’ zure melk die de zuigeling soms door het keelgat ontlast, is niets ziekelijks, maar een natuurlijke toestand; zij levert het bewijs, dat het kind eene goede spijsvertering heeft en rijkelijk gevoed wordt. Het opstooten van een deel der melk is een gevolg van den strijd, dien de maag voert met haren inhoud, waarbij deze genoodzaakt wordt langs denzelfden weg het slagveld te verlaten, dien het daarheen heeft afgelegd.
Vraagt men nu: is de melk of de maag de schuld van die revolutionaire beweging? Dan antwoord ik: de eene noch de andere. Ons onverstand draagt de schuld. Indien men een kameel te veel last oplegt, dan valt hij ter aarde, en kan noch door goede woorden noch door zweepslagen tot opstaan genoopt worden. Een paard, voor een te zwaar beladen wagen gespannen, zal, zoodra het zulks bemerkt, weigeren te trekken en bij aanporren, steigeren of ter zijde gaan. Waarom aan de maag niet evenveel recht toegekend, haar onwil aan den dag te leggen, om zich te overwerken?
Hoe kan men haar werk echter verlichten? Niet door de melk te verdunnen, want het water zou dan in het bloed overgaan en de gestolde kaasstof ten slotte in de maag overblijven. Men doe het tegenovergestelde en voege aan de melk vast voedsel toe. Die melk met brood of beschuit eet, zal geen last van de gestremde kaasstof hebben. De samenpakking der laatste wordt door het brood verhoed en hare vertering vindt gemakkelijker plaats. Indien nu eene bleekzuchtige juffer toch niet door eene melkkuur in krachten toeneemt, dan ligt de schuld deels aan hare vroege morgenwandeling (want verzwakte personen kunnen daar niet tegen), deels aan de versch getapte melk (want de ochtendmelk is arm aan room en rijk aan water, waardoor ze in de maag moeielijk verteert), voor een ander deel aan de flauwheid der melk, waardoor de afscheiding van maagsappen bij zulke zwakke personen weinig bevorderd wordt. Eene melkkuur levert slechts goede uitkomsten op, indien men vroegtijdig vóór het opstaan ½ liter koude of lauwe melk gebruikt, die den avond te voren gemolken en waarin een glaasje goede sherry is gegoten. Men neme daarbij een paar beschuiten. Daarna trachte men nog een uurtje te rusten, waarna men verkwikt zal ontwaken. Koffie of thee moet daarbij vermeden worden Wordt dat gedurende eene maand voortgezet, dan kan de volgende maand de hoeveelheid tot ¾ liter opklimmen. Zulk eene kuur, streng volgehouden, levert verrassende uitkomsten op.
(Wordt voortgezet.)