Wetenswaardigheden.
Wit brood.
‘Schijn bedriegt,’ zegt een oud vaderlandsch spreekwoord en wie heeft er de waarheid niet meermalen van ondervonden.
Eene sigaar, die onberispelijk van vorm is en een fijn kleedje aan heeft, kan een echte stinkstok wezen, terwijl eene andere, die er op het oog verre voor moet onderdoen, eene geurige havanna zijn kan. Men hoort meermalen zeggen in den familiekring: ‘Wat bakt die bakker toch wit brood! men kan zien dat de zindelijkheid in zijne werkplaats woont.’ Doch men denkt dan niet aan het spreekwoord, dat we hierboven aanhaalden. Want het is toch een feit dat de ziekte onzer eeuw, welke men warenvervalsching noemt, ook in vele bakkerijen is doorgedrongen. Men kan van slecht meel zeer goed oogenschijnlijk wit brood verkrijgen, ten minste, zoolang er aluin bestaat. En dat dit middel wel eens door de bakkers wordt aangewend, behoeft niet gezegd; anderen vervalschen hunne waren, waarom zouden juist de bakkers eene algemeene uitzondering daarop maken?
Dat het voortdurend gebruik van zulk aluinhoudend brood zeer nadeelig op maag en ingewanden werkt, is echter ook zeker, en daarom achten wij het de moeite wel waard, den lezer eens een middeltje aan de hand te doen om deze schadelijke vervalsching te ontdekken.
Laat slechts een druppel wijngeesthoudend aftreksel van campêchehout op het wittebrood vallen; is het brood zuiver, dan veroorzaakt dit vocht eene bruingele vlek, is het daarentegen aluinhoudend, dan zal eene grijsviolette vlek voor den dag komen.