Het verband tusschen het groeien en het toenemen in gewicht van het menschelijk lichaam.
Zonderling, elken dag dien wij beleven, blijven wij, zoolang wij althans onzen vollen wasdom niet bereikt hebben, groeien, zonder dat wij er om zoo te zeggen iets van merken of dat het ons last veroorzaakt. Ook het toenemen in gewicht van ons lichaam geschiedt eveneens ongemerkt. Em mogelijk heeft men nooit gedacht aan het verband dat tusschen het groeien en toenemen in gewicht van den mensch bestaat en wat toch wel onze aandacht verdient. Aan de onvermoeide, nauwkeurige waarnemingen van Dr. Hansen, directeur van het instituut voor doofstommen te Kopenhagen, ontleenen wij de volgende belangwekkende bijzonderheden:
Gedurende drie achtereenvolgende jaren woog hij de 130 kinderen uit zijne inrichting, driemaal daags en mat ze iederen dag éénmaal. De uitkomst van zijne onderzoekingen was, dat de mensch niet regelmatig, maar met tusschenpoozen grooter wordt en dat in de tijdperken van rust zijn gewicht toeneemt.
Het maximum van toeneming in gewicht lag bij de meeste kinderen in den herfst en in den winter; bij 't begin van den zomer begonnen ze te groeien en bleef hun gewicht op dezelfde hoogte.
Hansen vergelijkt deze uitkomsten met zijne waarnemingen van planten, bij welke ook bleek, dat zij in den tijd, waarop zij bladeren en bloesems krijgen, niet in dikte toenemen. Behalve deze jaarlijksche bewegingen heeft Hansen ook nog kleinere afwijkingen waargenomen, o.a. die, dat het lichaam bij eene verhooging der atmosferische temperatuur over 't algemeen aan gewicht toeneemt.