Maastricht.
Maastricht, de hoofdstad van Hollandsch Limburg, is schier eene Belgische stad, zoo door hare onmiddellijke nabijheid van onze grenzen als door den geest harer bevolking, die meer den Vlaamsch-Limburgschen dan den Noord-Nederlandschen gemoedsaard benadert. Zij is schilderachtig gelegen ter plaatse waar de Jaar (Jeker) in de Maas valt. Door deze rivier wordt zij in twee gescheiden; het kleinere deel, op den rechteroever gelegen, draagt den naam van Wijk en is met de eigenlijke stad door eene fraaie en zeer oude steenen brug verbonden. De stad bezit eenige aanzienlijke openbare gebouwen, zooals het stadhuis en een aantal kerken, waarvan wij inzonderheid die van St. Servatius vermelden, met een monument van Karel den Groote, door Geefs gebeiteld. Vroeger was Maastricht de belangrijkste vesting van Nederland. De voormalige citadel werd gebouwd in 1701 op den nabijgelegen St. Pietersberg, die alom bekend is om zijne merkwaardige holen, gangen en belangrijke versteeningen.
Maastricht is eene zeer oude stad. Zij werd door de Salische Franken gesticht en was de hoofdplaats der Tongeren. Attila, koning der Hunnen, plunderde en verbrandde haar in de 5de eeuw. Oorspronkelijk was zij de zetel van een bisschop, doch toen in 698 de heilige Lambertus den marteldood ondergaan had, werd die zetel verplaatst naar Luik. In 881 werd Maastricht door de Noormannen verbrand, doch weldra weder opgebouwd. Zij was toen een rijksleen van de Hertogen van Brabant. Karel V onthief haar in 1530 van alle leenroerigheid en nam haar in eigendom. Algemeen is bekend hoe zij in 1579 door Parma belegerd en na het afslaan van 9 stormen slechts bij verrassing ingenomen werd, waarbij 8000 ingezetenen door de Spanjaarden vermoord werden. Na menige wederwaardigheid kwam zij door den vrede van Munster (1648) aan Nederland. In 1673 werd zij veroverd door Lodewijk XIV en de Franschen behielden haar tot aan den vrede van Nijmegen (1673). Later werd deze belangrijke vesting nogmaals bestormd door de Franschen, in 1748 bij verdrag aan hen afgestaan, teruggeschonken door Lodewijk XV bij den vrede van Aken en weder veroverd in 1794 door de Republikeinen. Eindelijk werd Maastricht in 1815 met Limburg bij het koningrijk der Nederlanden gevoegd, dat ook tijdens en na de omwenteling van 1830 de stad behouden mocht.
Men ziet dat Maastricht, evenals de meeste grenssteden en vestingen, onder krijgskundig oogpunt een veelbewogen verleden heeft.
Om hare oude herinneringen, fraaie ligging, schoone landelijke omgeving, maar vooral voor de bezichtiging der merkwaardige en ontelbare uitholingen van den St.-Pietersberg is de hoofdplaats van Nederlandsch Limburg een bezoek overwaardig.