De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3(1886-1887)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De graaf van Hammerstein. Weer zat de graaf verzonken in sombre mijmerij; Zijn lieve dochters hielden zich schuw en stil ter zij. Geen zoon was hem geschonken ten steun in d'ouderdom; Hij toornde in zondig morren en vloekte 't lot daarom. Daar wordt, bij nacht en noodweer, op eenmaal aan de poort Een luid en angstig kloppen, een droeve stem gehoord: ‘Doe open, 'k ben de keizer, beroofd van rijk en troon: Vergrijsd in leed en kommer, moet 'k vluchten voor mijn zoon!’ En de arme keizer Hendrik, verborgen en bewaard, Rustte uit van leed en kommer, aan 's graven trouwen haard, Gekoesterd door de dochtren, zoo liefderijk en zacht. - En aan een zoon heeft sedert de graaf niet meer gedacht Naar Carmen Sylva. J.R. van der Lans. Vorige Volgende