Kersmis.
Die naam wekt niet alleen eene heilige aandoening, maar ook eene betooverende en dichterlijke gewaarwording in onze zielen op.
Welke poezij ligt er niet in dat woord! In wat opgetogene, feestelijke stemming brengt ons de Kersdag niet!
De natuur moge al of niet in het plechtgetij meestemmen; geen noodweer toch kan dien dag onze feestvreugde verminderen, al wordt dan ook door een heerlijk weder de opgeruimdheid van ons gemoed aangevuurd.
Dikke, vochtige sneeuwvlokken mogen nedervallen; op den Kersdag schijnen zij wel vroolijk fonkelende sterrekens, die van den hemeltrans ter feestviering nederzwindelen.
Een zwaar en hinderlijk sneeuwkleed mag over den grond uitgespreid liggen; het lijkt wel een hermelijnen, koninklijken mantel, waarmede de aarde zich getooid heeft ter ontvangst van haren Schepper.
Winden mogen gieren; zij voeren des te verder het opwekkend gelui der klokken en den jubeltoon der kerkzangen.
De regen moge nederplassen of de vorst zijne ijzigste vingeren naar ons uitsteken: des te aangenamer is het onder het beschermende huisdak, des te deugdelijker en opbeurender bij het knappende haardvuur, des te smakelijker aan den feestdisch.
Geene onaangenaamheid van buiten vermag op den Kersdag ons geluk te verkoelen: want de vlam, die onze vreugde voedt, ontbrandt in het diepste onzer ziel, en zulk vuur doet allen aardschen kommer verdampen.
In alle christene landen, in elk christelijk huisgezin wordt de heugelijke geboortedag des Heilands gevierd, al verschilt dan ook de wijze van feestviering volgens godsdienst, nationaliteit en stand.
In België is de Kersmis meer bepaaldelijk een Kerkfeest, ofschoon ook een dag aan familiebezoeken en heilwenschen gewijd, terwijl in de groote steden het Kersmaal der Duitschers en Engelschen van lieverlede in zwang komt. In deze beide landen draagt de Kersmis meer het karakter van een familiefeest, dat van in de geringste woning, - in een hutteken, zoo klein als het schilderachtige huisken van ons winterlandschap, - tot in het prachtige paleis van den machtigen vorst gevierd wordt.
Treffend is de gewoonte der Noorwegers, waarover wij in het Kersnummer van den vorigen jaargang reeds eenige regels mededeelden, om ook de huisdieren door het toesteken van een lekker beetje in de vreugde van den heiligen dag te doen medestemmen. Zelfs voor de vogels op het veld wordt met Kersdag door de Noorwegers eene goedgevulde schoof buitengezet, opdat zij zich aan het smakelijke koorn te goed mogen doen en in de algemeene vreugde deelen.
Overal is Kersmis een feest vol reinen, kinderlijken zin, zalige herinneringen en dichterlijk gevoel.
Meer dan ooit zij de heerlijke dag dit heden voor al onze lezers.
Aan allen een zaligen Kersmis!