na een bestaan van zes eeuwen in 1886 geseculariseerd werd, zoodat ook hier de kloosterlingen tot uitsterven gedoemd zijn. In de onderste kerk of crypte bevindt zich het grat van den seraphijnschen Vader, waarin zijn heilig gebeente rust; daarboven verheft zich de kloosterkerk en daarboven eindelijk de kathedrale kerk van Assisi, door Giotto met heerlijke muurschilderingen versierd, doch thans kaal en verlaten, daar zij bestemd is om tot... museum ingericht te worden!
Vervolgens bezochten wij het in eene kerk veranderde ouderlijk huis van den H. Franciscus met de kamer, waarin hij geboren werd en die, waarin hij door zijn vader werd opgesloten om hem van zijn heilige roeping terug te houden, en eindelijk ook de kerk der H. Clara, waar haar lichaam in eene glazen kist nog ongeschonden ligt bewaard.
Vermoeid van het drentelen langs de zonnige, hellende straten van het doodsche stadje, waaraan alleen wij eenig leven schenen te schenken, brachten we den tijd, die ons nog overbleef, onder de veranda van het hotel door: na den nacht in den trein en den morgen met het bezichtigen van kerken te hebben gesleten, hadden we wel behoefte aan een uurtje rust.
Omstreeks een uur verlieten we het stadje, uitgeleid door eene eerewacht van bedelaars. Het schijnt dat in Assisi, de bakermat van den grooten beminnaar der armoede, den H. Franciscus, de armoede ijverig beoefend wordt, maar of dat nu juist de evangelische armoede is, door den seraphijnschen leeraar bedoeld, zou ik ernstig betwijfelen. In onthechting aan het aardsche bestaat ze zeker niet; want dat schooiersvolkje loopt zich het vel van de ongeschoeide voeten om een soldo van u machtig te worden; meen niet dat ge, door in het rijtuig te stappen, van hen ontslagen raakt, want met den hoed in de hand, al smeekend houden zij het in vollen draf bij, tot gij hun eindelijk een koperstukje hebt toegeworpen, waarop ze u onmiddellijk laten schieten, om met dezelfde hardnekkigheid een volgend rijtuig achterna te hollen. Dit vermoeiende baantje zag ik zelfs waarnemen door een jongen, die op twee krukken sprong: als een leeren hansworst zwabberde zijn lichaam tusschen de twee houten, die zich bewogen als de spaken van een rad, waarmee de jongen geledebraakt scheen te worden; want armen, beenen, krukken en hoofd haspelden zich zoo snel dooreen, dat er geen oog op te houden was en men dit zonderling samenstel eer voor een uiteengewaaiden vogelverschrikker dan voor een mensch zou gehouden hebben, zoo daaruit niet onophoudelijk het klagend gehuil was opgegaan:
Pietà, signore, per un povero stroppiato!
Te Loreto, dat wij den volgenden dag een bezoek brachten, is het al even erg met die bedelarij, welke eene ware plaag mag heeten; want al moet men soms lachen om de virtuositeit, waarmee die lazzaroni hun beroep uitoefenen, de brutaliteit van dat volkje kan toch soms hinderlijk worden.
Eens sprong zelfs een jongen op de trede van ons voertuig, vast besloten ons niet los te laten voor we ons van hem hadden vrijgekocht. Het was een stevige bonk van een jongen, die naar mij voorkwam, best met werken den kost had kunnen verdienen.
‘Ge moest u schamen met dat gebedel,’ zei ik verontwaardigd, ‘ga liever werken voor uw brood.’
‘Ik heb geen werk, mijnheer.’
‘Wat zijt ge dan van uw vak?’
‘Calzolajo, signor (schoenlapper, mijnheer.)’
‘Welnu, waarom gaat ge dan geene schoenen lappen?’
‘Omdat er geen te lappen zijn, er worden hier haast geene schoenen gedragen.’
De jongen had gelijk; verdien maar eens uw brood met schoenen lappen, als er geene schoenen gedragen worden, en zoo zal het ook wel met andere vakken in dergelijke armzalige plaatsjes gelegen zijn. Loreto ziet er intusschen heel wat welvarender uit dan Assisi; het heele stadje bestaat nagenoeg uit ééne lange straat, zijnde eene dubbele rij winkels, met uitstallingen voor de deur van rozenkransen, heiligenbeeldjes, prentjes en andere dergelijke gedachtenisjes, welke de pelgrims gaarne meenemen.
In het midden der stad heeft men een fraai vierkant plein, met eene monumentale fontein versierd, aan de eene zijde bestreken door het apostolisch paleis, terwijl eene andere zijde wordt gevormd door den gevel der basiliek, waarbinnen zich het Heilig Huisje, la Santa Casa, de trots van Loreto bevindt.
Het verheft zich onder den koepel der kolossale kerk en op het gezicht van dat rijke marmeren tempeltje, aan alle zijden met beelden en bas-reliefs versierd, zou niemand vermoeden hier het nederige huisje van Nazareth voor zich te zien, dat eenmaal door Gods engelen herwaarts werd overgebracht. Doch treed het binnen en ge ziet u omringd door dezelfde muren, die eenmaal het H. Gezin herbergden, kale baksteenen, berookt door den walm der talrijke lampen en kaarsen, die onophoudelijk in het heiligdom branden, glimmend van de kussen der pelgrims, hier en daar met overoude fresco's versierd, die er reeds in het Heilig Land op werden aangebracht. Op den achtergrond is een altaar opgericht, waarboven het wonderbeeld van O.L.V. van Loreto prijkt en dat schitterend met kostbare ex-voto's is versierd. Pausen en vorsten hebben even als millioenen pelgrims in den loop der eeuwen hier in ootmoed neergeknield binnen de wanden van het nederig huisje, waar eenmaal de Koning der koningen als eenvoudig timmermanszoon heeft gearbeid, waar men nog den haard aanwijst, waarom het heilig Gezin zich vereenigde, het vaatwerk, dat door hun gebruik is geheiligd.
Waar zou ik eindigen, wilde ik al de schatten en kostbaarheden opsommen, die de liefde en godsvrucht der pelgrims ter eere van O.L.V. van Loreto heeft bijeengebracht en die in de negen en zestig kasten langs de wanden der schatkamer bewaard worden? Daar schitteren naast de gouden kelken, door drie pausen geofferd, diademen, halssnoeren en armbanden van vorstinnen; naast kruisbeelden, kandelaren of andere kerkelijke vaten van edel metaal, door hooge geestelijken geschonken, geheele figuren, straalkransen en sterren of de namen van Jesus en Maria geheel gevormd uit ringen, oorhangers en andere kleinoodiën, flonkerend van honderden edelgesteenten. Slechts een tachtig jaren tijds zijn noodig geweest voor de vereerders van het Heilig Huisje om al deze schatten bijeen te brengen; want de revolutie van het laatst der vorige eeuw had de geheele schatkamer van O.L.V. van Loreto leeggeplunderd en tot zelfs de glazen deuren der kasten meegenomen. Doch al kon de revolutie die kostbaarheden rooven, de liefde der geloovigen voor het H. Gezin kon zij niet wegnemen, en al strekt het tegenwoordige Italiaansche gouvernement opnieuw de handen uit naar die schatten, welke het reeds onder zijne hoede (?) genomen heeft, - onder de hoede van het christenvolk is het H. Huisje veilig, en de Voorzienigheid, die het eenmaal uit de macht der ongeloovigen verloste, zal niet toelaten dat het moderne ongeloof aan de woning rake, door het verblijf van Jesus, Maria en Jozef geheiligd.
(Wordt vervolgd.)