Om het gezicht te bewaren.
Wat kostbare gave, de gave des lichts, en toch zou men dat aan velen niet zeggen, als men ziet hoe weinig zij dat onschatbare geschenk des Hemels op prijs schijnen te stellen. Wij laten hier eenige voorschriften volgen, waarnaar men zich, als men lang in 't bezit wil zijn van goede oogen, stipt behoort te gedragen. Men zal ondervinden dat zij meer afdoende zijn dan alle mogelijke ‘oogwaters,’ die dikwerf met zooveel ophef in de dagbladen worden aangekondigd.
Vertoef nooit lang in een vertrek, waar de verpestende walm eener petroleumlamp de atmosfeer verontreinigt en houd u evenmin op in lokalen, bier- en andere drankhuizen, waar men elkander door den dikken tabakswalm heen nauwelijks zien kan. Kies ook nimmer eene kamer, waar slechts spaarzaam het daglicht doordringt, tot uwe werkplaats.
Wanneer u de oogen bij het werken pijn doen of als er vlekjes voor schemeren of het zien onduidelijk wordt, laat ze dan rusten, van het werk afgewend. Na eenige oogenblikken moogt gij het werk hervatten, maar zoodra de oogen weer vermoeid zijn, moet gij onmiddellijk ophouden.
Zorg steeds voor voldoend licht in uwe werkplaats, alsmede dat het behoorlijk op het werk valt: het best is van boven af of van de linkerzijde.
Hebt gij zwakke oogen, lees dan nimmer in een tram- of spoorwegrijtuig. Het voortdurend schommelen en schokken der wagens vordert te veel inspanning van uwe oogen.
Lees nooit in liggende houding. Meer dan één geneeskundige zal u zeggen dat zwakheid van gezicht niet zelden is toe te schrijven aan de noodlottige gewoonte van in bed te lezen.
Bij herstelling van eene ziekte moogt gij u slechts spaarzaam bezig houden met lezen.
Zijt gij een hartstochtelijk lezer, neem dan vooral een behoorlijken tijd tot slapen; want wie veel leest, mag in geen geval eene korte nachtrust hebben.
Wie deze regels onderhoudt, zal niet licht last van zijne oogen hebben, maar zich jarenlang in het vrije gebruik daarvan kunnen verheugen.