graad van den honderddeeligen thermometer te verhoogen.
Deze hoeveelheid is eene bepaalde. Men zal daartoe steeds dezelfde hoeveelheid turf, hout of steenkolen van dezelfde soort moeten verbranden.
De warmte-eenheid is nu vastgesteld. Maar hoe zal men de werkkrachts-eenheid bepalen. Dit is zeer eenvoudig. Men neemt daartoe de kracht, die vereischt wordt om een kilogram ter hoogte van een meter op te lichten.
Men heeft daarna eene menigte hoogst nauwkeurige proeven genomen, om de betrekking tusschen de eenheid der warmtehoeveelheid en de eenheid van werkkracht vast te stellen.
Eene bepaalde hoeveelheid warmte levert eene bepaalde hoeveelheid werk - ziedaar eene hoogst belangrijke stelling. Hare waarheid kan men reeds bij voorraad vermoeden, daar in de natuur niets uit niets ontstaat en ook niets verloren gaat. Waar we dus warmte zien verdwijnen, moet zij in iets anders worden omgezet. Het blijkt, dat bij werktuigen de warmte van den stoom des ketel bij zijne komst in den condensor verminderd is. Waar is zij gebleven? Zij is omgezet in werkkracht.
Maar niet minder merkwaardig is eene beschouwing van het omgekeerde dezer stelling, die om aangevoerde redenen niet minder waar en door proeven bewezen is, namelijk deze, dat eene bepaalde hoeveelheid werkkracht omgezet wordt in eene bepaalde hoeveelheid warmte.
Ieder kan dit opmerken, maar slechts weinigen letten er op. Brengt slechts een slijpsteen in beweging en drukt het mes er tegen aan. Ziet, de gloeiende ijzerdeeltjes vliegen er af in de gedaante van vonken. Slaat met het staal tegen den vuursteen! Gij ontwaart hetzelfde verschijnsel. De werkkracht van uw arm wordt hier omgezet in warmte. Ziet eens, hoe die paarden moeten trekken, omdat de piepende wagenassen in geene weken gesmeerd zijn. De arme dieren moeten veel meer werkkrachtaanwenden, dan wanneer men wat minder zuinig met de vetkwast omgaat. Maar voelt nu die assen eens! Zij zijn zoo heet, dat uwe hand de aanraking niet verduren kan. Hier is de werkkracht der sterke assen in warmte veranderd. De molenassen kunnen op die wijze, door snelle omdraaiing bij sterken wind, brand doen ontstaan. Bij al deze verschijnselen bemerkt gij dus dezelfde oorzaak, namelijk de omzetting van werkkracht in warmte.
Deze beschouwing is ook vooral daarom hoogst belangrijk, omdat zij op het gebied der natuurkundige theoriën eene verbazende verandering te voorschijn roept en ons een grooten stap verder brengt tot de juiste verklaring van onderscheidene verschijnselen.
naar A.W.P.