Gezondheidsleer.
Over de woningen.
vóór de afspanning ‘de zon,’ naar j.f. hennings.
Als men den tijd berekent, die aan de verschillende huiselijke bezigheden, aan den maaltijd en aan den slaap wordt besteed, dan kan men dien op twee derde gedeelten van den dag stellen, dat wil zeggen: van de vier en twintig uren brengt de mensch er zestien in zijne woning door. De vrouwen, huiselijker dan de mannen, en zeer jeugdige kinderen, vertoeven er nog langer in. Als men veronderstelt, dat zooals het zoo dikwijls gebeurt, een of verscheiden leden van het huisgezin door eene ziekte, door een gebrek in het bloed, door eene ongesteldheid aangetast zijn, die langs den weg der huid, der longen of ingewanden, stinkende uitwasemingen voortbrengt, zal men begrijpen dat de lucht, in een lokaal besloten, die uitwasemingen zal opslorpen, en dat er eene overdracht van smetstof van den zieke op de gezonden zal kunnen plaats hebben. Als nu de woning de plaats is, waar drie vierden van het leven worden doorgebracht, dringt de noodzakelijkheid er toe, dat zij de gunstigste voorwaarden voor de gezondheid van hare bewoners aanbiede. Deze voorwaarden zijn: een volkomen drooge bouw, de ligging op het Zuiden in vochtige landen, op het Oosten in warme landen, goed geluchte breede gangen, eene ruime plaats, een hot, en indien het mogelijk is, moet de voorgevel op een plein of eene breede, wel onderhoudene straat uitzien. Professor Londe zegt, dat de plaats en gangen voor een huis zijn, wat de longen voor het lichaam beteekenen; professor Lévy voegt er bij, dat nauwe straten luchtkanalen zijn, waarin de menschelijke uitwaseming uit alle huizen, die er aan grenzen, stroomen. De afmeting der vertrekken moet berekend zijn naar het getal personen, die er in wonen. Daar ieder mensch door de ademhaling een kubieken voet zuurstof in het uur verbruikt, moet de hoeveelheid lucht ongeveer zes kubieke meters per uur zijn. De slaapkamers vereischen een inhoud van veertig tot vijf en veertig kubieke meters lucht per hoofd. Men moet de ramen van de slaapkamers 's morgens openen,
om de lucht, die door de ademhaling en de uitwaseming des lichaams is bedorven, te doen ontsnappen en de buitenlucht vrijen toegang te geven. Niet ééne riekende zelfstandigheid moet gedurende den nacht in de slaapkamer blijven, niet ééne stof, die aanleiding zou kunnen geven tot luchtbederf. Professor Londe geeft ten dien opzichte dit lakonisch voorschrift: ‘geene lamp, geen vuur, geene dieren, geene bloemen in de kamer, tot slapen bestemd.’ Dus moeten de verschillende vertrekken van een huis, om aan de voorwaarden van de gezondheid te voldoen, eerder ruim dan klein, en met vele ramen voorzien zijn, om gemakkelijke luchtverversching te doen plaats hebben; want de luchtverversching, vooral in de slaapkamers, is van zeer groot belang. Zeer dikwijls zondigen de huizen der rijken, waar weelde van tapijten, gordijnen met sierlijke franjes, prachtige bedden, vergulde meubelen ten toon wordt gespreid, zeer tegen de gezondheidsleer. Niets ontbreekt er in de kokette vertrekken van de dame des huizes, niets, behalve de lucht, die het leven onderhoudt; men is onophoudelijk met weelde en gemakken bezig, en men vergeet het juiste beginsel van de gezondheid.
't Is aanbevelenswaardig, om terstond na het opstaan het bed te doen afhalen, opdat de lichaamsuitwasemingen, waarmede de dekens zijn doortrokken, ontsnappen kunnen. De gewoonte, om het bed terstond na het opstaan op te maken is ongezond, de lakens en dekens moeten gelucht, het bed omgekeerd en de ramen van de slaapkamer opengezet worden, en niet eerder dan tegen den avond moet het bed weer worden opgemaakt. Dit gebruik bestaat in verschillende landen, het is uitmuntend, men moest het overal volgen. - De gezondheidsleer schrijft insgelijks voor om matrassen, ten minste twee malen per jaar, te vernieuwen.
Te Parijs en in de groote steden zijn de hangkamers, alsmede die van de eerste verdieping, welke op den achtergevel uitzien, zeer ongezond, omdat hunne ramen gewoonlijk boven eene vochtige plaats geopend worden. De atmosfeer wordt door de stinkende lucht van de goten, welke er op uitloopen, verpest, omdat de zonnestralen er nooit in doordringen en de lucht moeielijk kan worden ververscht. Zonnelicht en lucht zijn het, die levend maken, duisternis gebrek aan lucht, of bedorven lucht, zijn het, die dooden. Tot groot ongeluk voor den openbaren en bijzonderen gezondheidstoestand, richten sommige eigenaren van huizen door zucht naar winst gedreven, hunne lokalen niet in met het doel, om de gezondheid te bevorderen, maar om er zoo veel geld mogelijk door te verdienen.
De twee voornaamste gezondheidsvoorwaarden voor eene woning zijn: zindelijkheid en dikwijls herhaalde luchtverversching. Besloten of niet ververschte lucht is dubbel nadeelig, vooreerst, omdat zij met bedorven uitwasemingen is bezwangerd, vervolgens door het gemis van beweging van hare moleculen. Het wonen in donkere plaatsen, waar de lucht niet genoegzaam ververscht wordt, maakt voorbeschikt tot verschillende ernstige ziekelijke aandoeningen, zooals: klierachtigheid, tering, stoornis in den bloedsomloop en vooral de ontwikkeling van een pappig vet en van witte vochten.