De uitbarsting van den Etna.
Opnieuw heeft zich vóór eenige weken eene uitbarsting voorgedaan van den verschrikkelijken vuurberg, die gedurende den loop der tijden reeds zoovele onherstelbare verwoestingen heeft aangericht. Gedurende de vijf en twintig eeuwen toch, waaromtrent de geschiedenis min of meer vertrouwbare berichten opteekende, heeft de Etna zich meer dan honderdmaal geopend om dood en verderf om zich heen te spuwen, en enkele dier uitbarstingen hebben verscheidene jaren onafgebroken geduurd. De vreeselijkste lavastroom, waarvan de geschiedenis spreekt, is die welke zich in 1669 over de stad Catania uitstortte. Als eene gloeiend heete, vloeibare massa aan den bodem ontsprongen, breidde de lavavloed zich eerst als een meer in de velden uit, voerde vervolgens als een metaalslak een geheelen heuvel mee, die zijnen loop belemmerde, en verdeelde zich eindelijk in drie stroomen, waarvan de breedste zich op Catania wierp, een groot gedeelte der stad verzwolg, de tuinen onder de kokende lava bedolf en op de plek der oude haven een voorgebergte van ten naaste bij een kilometer lang in zee opwierp.
Bij de jongste uitbarsting openden zich op eens tien kraters te gelijk, waaruit zich een stroom lava ter breedte van 20 meters ontlastte, en waarvan er vooral drie met vreeselijke kracht werkten. De middelste krater spuwde alleen asch en zwaveldamp, terwijl te Bromte een zandregen werd waargenomen, en in den geheelen omtrek schokken en aardbevingen gevoeld werden. De geheele bevolking sloeg in overhaasting op de vlucht en vooral die van het stadje Nicolosi werd geweldig bedreigd door een lavastroom, die uit den ouden krater Monte-Grosso vloeide en een afstand van drie kilometers per uur aflegde.
Nog waren al deze kraters in werking, toen zich in den nacht van den 25en Mei, na een vreeselijken aardschok, zeven nieuwe kraters openden in den omtrek van den Monte-Grosso, die ontzaglijke vlammen braakten. De lava, welke zich daaruit ontlastte, verdeelde zich in twee armen en stroomde met eene snelheid van drie meters in de minuut naar beneden, terwijl zij zich met de oude en koude lava vermengde. Binnen 16 uren strekte zij zich reeds over een afstand van 16 kilometers uit, zoodat het gevaar voor het stadje Nicolosi thans met elk uur toenam. Het landvolk hield processiën met het beeld van zijn beschermheilige, den H. Antonius, en plaatste dit op een altaar tegen den lavastroom in, die altijd maar voortrukte, alles verwoestende wat hem in den weg kwam. Prachtige bosschen van kastanje en pijnboomen, weelderige maïsvelden, die aan arme landbouwers toebehoorden, alles werd in weinige uren tijds vernield, terwijl onophoudelijk een regen van asch, puimsteen, lapilli en andere steenen, die op groote afstanden werden weggeslingerd, over den omtrek neerdaalde en een onderaardsch gedruisch, het best te vergelijken bij het onophoudelijk losdonderen van grof geschut, de bevolking gestadig schrik aanjoeg.
Niemand te Nicolosi kon het in zijne woning uithouden; allen vluchtten naar buiten of ijlden naar de kerk, om Gods bescherming af te smeeken tegen het onheil, dat honderden huisgezinnen boven het hoofd hing.
Ten slotte waren er wel twintig kraters in werking, waarvan sommige lava, andere slechts slakken en asch uitwierpen. Ontzaglijke massa's werden vaak met groot geraas ver weggeslingerd en de lava bruiste bij het nederstroomen als eene bergbeek. Van alle kanten kwamen vreemdelingen toegesneld om dit ontzagwekkend schouwspel te zien en de boeren moesten hunne wijnbergen ook tegen deze bezoekers beveiligen, omdat zij de wijnpalen uitrukten ten einde die als alpenstokken te gebruiken. Vooral des avonds, wanneer de geheele berg ééne vurige massa scheen te zijn, was het schouwspel aangrijpend schoon, doch tevens verschrikkelijk om aan te zien voor degenen, wier have en goed bedreigd was.
Den 27en Mei drong de lavastroom Nicolosi binnen, dat gelukkig reeds door de bewoners ontruimd was. Geen enkel menschenleven is dan ook bij de ramp te betreuren, maar vee is er daarentegen in massa omgekomen. Toen de lavastroom het stadje bereikt had, was de uitbarsting gelukkig reeds aan het afnemen, zoodat de kokende massa nog slechts twee meter in een vol uur aflegde en derhalve de binnenstad niet meer bereiken kon. Ook de aschregen hield op en daar de berg sedert tot kalmte gekomen is, schijnt het gevaar voor ditmaal weder geweken.