Anecdoten uit de dierenwereld.
Wederzijdsche gehechtheid onder sommige dieren van verschillende soort.
In de menagerie van het park de la Fêle d'Or te Lyon, bevindt zich eene gestreepte hyena, die nog bloeddorstiger is dan de meeste dier roofdieren, wier lafhartigheid spreekwoordelijk is geworden. Over eenige jaren ontsnapte zij uit hare kooi en was moeilijk weer te vangen, want zij bood geduchten weerstand, zette hare manen op en liet hare groote tanden zien aan hen, die zich van haar meester vilden maken. Een der beambten van het park ging te paard zitten en wierp haar eene lis, bij wijze van den lasso der Mexikanen, om den hals en ving haar aldus.
In weerwil van haar woest karakter was die hyena zeer gehecht aan eenen hond, dien men bij haar in de kooi geplaatst had, en het duurde niet lang of de hond werd de baas van het hok en onderwierp de hyena aan al zijne grillen.
Onlangs is die hond gestorven. In zijne laatste uren had de hyena hem nog allerlei blijken van genegenheid gegeven. Zij had hem tusschen hare pooten gekoesterd en hem voortdurend gelekt. Vier en twintig uren had de hond reeds opgehouden te leven en nog altijd lag de hyena op diens lichaam in een hoek van de kooi. Daar men vreesde dat de lucht door de ontbinding van het lijk besmet zou worden, besloot men de hyena het voorwerp harer liefde te ontnemen en haalde het met een haak uit de kooi.
Toen bemerkte men, dat de liefde van het dier voor zijn overleden medegevangene hem zoo ver had gebracht dat er geen scheiden meer mogelijk was. De hyena had haren vriend verslonden, ongetwijfeld, opdat hij zoo dicht mogelijk aan haar hart zou rusten, en wat men met den haak opnam was niets anders dan de langharige huid, die zij zoo zorgvuldig had afgevild, alsof zij uit de hand van een natuuronderzoeker ware gekomen.
***
De waarheid van het volgende is ons ook bewezen door geloofwaardige personen; het is op eene boerderij in de omstreken van Montluel (Ain) voorgevallen.
De huiskat had aldaar voor eenige dagen geworpen en was op de eene of andere wijze van hare jongen beroofd. Op een avond kwamen de maaiers thuis en brachten drie jonge hazen mede, die zij op het land in een nest hadden gevonden. Zoodra de kat ze bemerkte, eigende zij ze zich toe, nam ze in haren muil alsof het haar eigen kroost ware geweest, bracht ze in haar leêg nest en zoogde ze. Op het oogenblik, dat wij het bericht ontvingen, ging zij nog steeds voort hare moederzorg aan de jonge hazen te wijden.
***
Nog een voorbeeld.
Een herder uit Seine-et-Marne, die honderd schapen en twee honden had, bemerkte eens op een avond thuis komende, dat er een schaap en een hond ontbraken.
Den volgenden morgen hadden hond noch schaap eenig teeken van leven gegeven. Wat was hun overkomen?
Het schaap had twee jongen geworpen. Dit komt slechts van tijd tot tijd voor.
De hond had moeite gedaan om moeder en kinderen naar de boerderij te brengen, maar, daar geen van allen in staat waren om te loopen, was hij bij het gezin gaan liggen en had twee dagen lang het schaap met de lammeren bewaakt.
Gedurende die acht en veertig uren hadden de jongen de moedermelk genoten, het schaap had kunnen grazen, en de arme hond was zonder eten of drinken op zijn post gebleven.