ik telephoneer. Binnen een kwartier ben ik weer tot uwen dienst,’ zei de lieve gastvrouw glimlachend.
Daar ik dat werk toch eens wilde afzien, bleef ik in de albums bladeren, en luisterde, oogenschijnlijk geheel in de beschouwing der photographieën verdiept, met verbazing de geheele telephonische afspraak af.
Eerst werden uitvoerig al de ontworpen plannen in bijzonderheden met den heer des huizes besproken, en daarna volgden aan het stedelijk centraal-bureel de uitnoodigingen voor het diner aan drie, vier familiën. Twee daarvan antwoordden per omgaande, hoewel zij, bij elkaar gerekend, minstens acht en twintig Engelsche mijlen ver woonden. Daarop werd de equipage geroepen en geruimen tijd onderhandeld met de bemanning van de kleine stoomjacht, die op vijf mijlen afstands in het Erie-meer lag, om den menu van het avondmaal, dat op het vaartuig gebruikt zou worden, vast te stellen.
Vervolgens kwam de onderhandeling met de huishoudster der villa aan de beurt, die eerst weer langs telephonischen weg van de boerderij geroepen moest worden, en eindelijk liet de heer des huizes zich weer hooren met het bericht, dat de plaatsen voor den trein naar de petroleuinstreek besproken waren.
Dat alles was in twintig of vijf en twintig minuten afgehandeld, waarna de vriendelijke gastvrouw den telephoon met een zucht van verlichting uit de hand legde en zeide:
‘Dat was eene heele karrewei! Nu ga ik toilet maken en ruim aan den telephoon het veld voor de keukenmeid. Tot straks.’
Zij wipte de deur uit en een oogenblik later verscheen de keukenmeid, eene waardige matrone, die thans op hare beurt het instrument ter hand nam en er even handig mee bleek om te gaan als hare mevrouw. Tot mijne verbazing hoorde ik nu vleesch, visch, groenten, fruit enz. voor het diner in de grootste winkels van de stad bestellen en breedvoerig over quantiteit en qualiteit beraadslagen.
Terwijl de vrouw des huizes en hare dienstmaagd aldus over eene uitgestrektheid van verscheidene vierkante mijlen links en rechts hare orders uitzonden en daarover onderhandelden en schikkingen maakten, had ik, bedaard in een hoekje gezeten, voor de aardigheid eens nagerekend, hoeveel tijd aan briefjes schrijven, boodschappen en ritjes per vigilante er wel gevorderd zou worden voor al het werk, dat vrouwenhand en vrouwenmond hier binnen veertig minuten afdeed, en ik kwam bij mijne becijfering tot het bedrag van veertig werkuren, over zoo- en zooveel personen verdeeld.
Het is er nog ver van af dat eenige Europeesche stad zulk eene uitgebreide toepassing van den telephoon zou kunnen aanwijzen. Bij de Amerikanen vergeleken, zijn wij dus op dit stuk nog heel wat ten achter, maar in den laatsten tijd is toch in menige Europeesche stad groote vooruitgang op het gebied der toepassing van den telephoon merkbaar.