‘Eerst moet ik hem zien.’
We waren in haar slaapvertrek gekomen; en ik school voorzichtig achter het venstergordijn weg, toen ik gluurde naar hetgeen daar buiten onder het venster te zien was.
Ja, waarlijk! Daar stond hij! Hij was nu zorgvuldig geschoren, en zijn haar was kort geknipt; en toch herkende ik hem onmiddellijk aan zijne woeste oogen en eigenaardige bewegingen, terwijl hij daar langzaam op en neer wandelde in den maneschijn, ongeduldig wachtende op de komst van Naomi. Ik had me zoo stellig overtuigd gehouden van Jago's dood!
‘Wat raadt ge me nu?’ herhaalde Naomi.
Ik antwoordde met eene vraag.
‘Is de deur van de schuur op slot?’
‘Ja; maar de deur van de bergplaats voor het gereedschap kunt gij opendoen.’
‘Best! Ga uit het raam liggen, en roep hem toe: ‘Ik kom.’
Het dappere meisje deed, zooals ik gezegd had, zonder een oogenblik te weifelen. Daarop fluisterde ik Naomi in het oor:
‘Hou hem aan de praat op de plek, waar hij nu is, totdat ik tijd heb gehad om achter den anderen kant van het huis om in de bewuste bergplaats te komen. Doe dan alsof ge bang zijt voor ontdekking om de nabijheid van de schuur, en breng hem den hoek om, zoo dicht mogelijk bij de deur van de bergplaats. Daar achter zal ik dan staan, om alles, als het mogelijk is, af te luisteren.’
Samen gingen we den hoofdingang van het huis uit: en daarop sloegen we ieder een anderen hoek om. Met echt vrouwelijke gevatheid volgde Naomi ten nauwkeurigste mijne onderrichtingen. Ik trad de bergplaats voor gereedschappen binnen, en deed de deur even onhoorbaar weer dicht, als ik die had geopend. Nauwelijks had ik daar een minuut lang achter gestaan, of ik hoorde de stem van Jago, die aan de buitenzijde van de deur zich met Naomi onderhield.
Het eerste, dat ik hem duidelijk hoorde zeggen, betrof de reden, waarom hij de hoeve had verlaten. De hoofdgrond bleek te moeten gezocht worden in gekwetste eigenliefde, - dubbel gekwetst door Naomi's minachtende weigering van zijn aanzoek en door de zware beleediging, die hij daarna nog had ondergaan van Ambrose. Hij erkende, dat hij de oproeping had gelezen, en dat die hem had versterkt in zijn voornemen om zich schuil te houden.
‘Ja!’ zei de ellendeling; ‘nadat ik was uitgelachen, beleedigd en door u met minachting afgewezen, was ik blij toen ik merkte, dat sommige menschen er heel wat voor zouden overhebben, als ik weer op de hoeve was. Gij, miss Naomi, hebt in uwe hand, me hier te doen blijven, en te maken dat ik uwe neven red, door me voor den magistraat te vertoonen.’
‘Wat bedoelt gij?’ hoorde ik Naomi vragen, op barschen toon.
Met gesmoorde stem, maar zoo, dat ik hem juist even kon verstaan, sprak hij:
‘Beloof me te zullen trouwen; en ik ga morgen ochtend naar den magistraat, en bewijs hem, dat ik nog leef.’
‘En als ik dat nu eens weiger?’
‘In dat geval verdwijn ik onmiddellijk; en dan zet ik het den beste, mij te vinden, voordat ze allebei zijn opgehangen.’
‘John Jago!’ riep het meisje, hare stem verheffende, ‘kan zoo'n afschuwelijke schurkenstreek u ernst zijn?!’
‘Heb het hart niet om alarm te maken: anders, zoo waar God daar boven ons is, zal ik u verwurgen. Ja, miss! nu is het mijne beurt, en ik zal me niet laten om den tuin leiden. Wilt gij me tot man hebben? Ja of neen?’
‘Neen!’ antwoordde ze, luid en vastberaden.
Daar vloog de deur van de bergplaats open, en ik stond eensklaps voor Jigo's verbijsterde oogen, terwijl hij de hand reeds ophief naar Naomi's keel. Hij had niet, zooals ik, geleden door zenuwoverspanning, en was dien ten gevolge sterker dan ik. Terwijl ik hem bij den rechterarm vastgreep, haalde hij met de linkerhand een geladen pistool uit zijnen zak, en hield mij dat voor de oogen. Plotseling werd het hem uit de hand geslagen. 't Was Naomi, die het afvuurde in de lucht. Op hetzelfde oogenblik maakte ik van zijn schrik gebruik, om hem achterover te werpen, en met behulp van Naomi, hield ik hem op den grond vast, totdat de huisgenooten, door het pistoolschot opgeschrikt, ons te hulp schoten.