Kersen als geneesmiddel.
Men heeft water-, bad-, druiven-, wrijf-, koe-, ezel- en paardenmelk-kuren, daarenboven nog een ontelbare menigte kinderkuren, menschenkuren, enz. In den laatsten tijd is het aantal kuren er nog met eene vermeerderd, t.w. de kersenkuur.
Zeker Duitsch geneesheer Dr. Abicht beveelt deze aan als een voorbehoedmiddel tegen alle mogelijke ongesteldheden.
Het is overigens eene bekende daadzaak dat onderscheidene geneesheeren van den ouden, zoowel als van den nieuweren tijd, het gebruik van alle goed rijpe ooftsoorten in 't algemeen aanbevelende, in 't bijzonder altijd de kersen hebben aangeprezen, als een heilzaam middel tegen buikloop, onderbuikskwalen, gebrekkige spijsverteering, bloedvloeiing, bloedbraken, kramp, miltziekte enz.
Niet de zure kersen, noch de morellen, worden voor deze kuur aanbevolen, maar uitsluitend de zoete kersen, wier hoofdbestanddeelen bestaan in: plantaardige vezelstof, slijm, plantaardige zuren en hoofdzakelijk een groot suikergehalte, vooral bij chronische verstoppingen in het onderlijf, wordt de uitwerking van haar gebruik zeer geroemd. Hoe dit zij, het is eene onbetwistbare waarheid, dat een niet overmatig gebruik, van onverschillig welk goed rijp ooft, eene heilzame uitwerking heeft op het menschelijk lichaam; schrijver dezer regelen heeft daarvan meermalen verrassend gunstige uitkomsten bij onderscheidene personen waargenomen. Een tiental jaren geleden deelde een Fransch geneeskundig tijdschrift o.a. het volgende geval mede:
Van een Fransch linie-regiment te Lyon in bezetting, leden bijna alle manschappen aan eene hardnekkige bloed-diarrhee; de gewone middelen daartegen baatten niets, goede raad was duur; de soldaten werden zoo slap dat ze het geweer niet meer presenteeren, de tamboers niet meer trommelen, de hoornblazers niet meer blazen konden. Toen nam de kolonel een kloek besluit; 't was in den herfst, de druiven waren rijp, hij pachtte een wijnberg waarheen alle zieke soldaten heen gezonden en aan een druivenkuur onderworpen werden. Veertien dagen daarna waren alle manschappen gezond en frisch in hun garnizoen terug, marcheerende, blazende en trommelende, opgewekter dan ooit te voren.