Uitdrijving der liefdezusters uit het ziekenhuis Cochin.
De oude geschiedenis meldt ons dat de Spartanen hunne slaven dronken maakten en deze dan in dien afzichtelijken en verdierlijkten staat voor hunne kinderen deden verschijnen om in de jeugdige gemoederen een onuitwischbaren walg voor de dronkenschap te verwekken. De moderne geschiedenis zal den nazaten leeren dat in de laatste helft onzer eeuw de Europeesche vorsten hunnen onderdanen de afdwalingen der voornaamste republiek van ons werelddeel voor oogen hielden om het bedreigde monarchaal beginsel te redden. De vastste steun der tronen tegen de zoo sterk aangewassen macht der democratische partijen van allen aard is inderdaad het voorbeeld van onverdraagzaamheid, verdrukking en godsdiensthaat door de Fransche republiek gegeven, alsook de ondergeschiktheid, ja, de onmacht, waarin onder dezen regeeringsvorm de voormaals zoo machtige en trotsche natie vervallen is.
Het grondbeginsel der volksregeeringen werd nooit meer afbreuk gedaan dan door de wijze, waarop de veranderzieke, lichtzinnnige en voortvarende Franschen dien bestuurvorm toepassen, en zij, die een gemeenebest, zooals dat der Vereenigde Staten, met zijnen breeden zin van godsdienst- en burgerlijke vrijheid, verkiezen aan onze monarchieën met hunne bestendige gedachte naar machtvergrooting en de geld- en bloedbelasting hunner overgroote staande legers, mogen er den rouw over dragen dat de tegenwoordige Fransche republiek de verwezenlijking hunner wenschen in de eerste tijden tot eene verre onmogelijkheid gemaakt heeft.
Een der hatelijke en barbaarsche maatregelen, onder voorwendsel van godsdienstvrijheid, maar eigenlijk alleen uit kleingeestigen godsdiensthaat, door het huidige Fransche Staatsbestuur genomen is de zoogezegde verwereldlijking der gods- en gasthuizen. Niettegenstaande de waarschuwingen der befaamdste geneesheeren, grootendeels zelve overtuigde republikeinen, die verklaarden de hulp der Zusters niet te kunnen ontberen voor de verzorging der zieken, en ondanks de aandoenlijke smeekbeden der kranken, die van hunne verzorgsters niet wilden scheiden, werden de nonnen uit de meeste gasthuizen verjaagd en vervangen door burgerlijke ziekendienaars.
Onder die gelaïciseerde hospitalen moet, sinds eenige weken, ook gerekend worden het in 1780 gestichte hospitaal-Cochin, waar omstreeks 300 bedden voor zieken zijn en hetwelk door de Zusters Augustinessen van de H. Maria bediend werd. De stichter, de Eerw. Heer Cochin, gaf het geldelijk beheer bij zijn dood over aan het stadsbestuur, maar bepaalde tevens dat de verzorging der zieken moest geschieden door bovengenoemde orde. Zoo spoedig dan ook het besluit der verjaging van de zusters genomen was, stelde de familie Cochin, die sinds jaren met de pen en het woord de rechten van den godsdienst verdedigt, eene gerechtelijke actie tegen de stadsregeering in. Maar deze stoorde zich niet aan dit oponthoud en in de laatste dagen van het vorig jaar moesten de Zusters, die dit hospitaal bedienden, de plaats ontruimen voor door winstbejag gedreven bedienden.
De gravure op pagina 261 geeft onze lezers het oogenblik weer, waarop de eerste geneeskundige van het hospitaal, omringd door de familie Cochin en de vrienden der Zusters, met al de interne geneeskundigen, aan de Zuster-Overste hun dank betuigen voor de vele en goede zorgen aan de zieken bewezen: ‘Zuster,’ dus luidden zijne woorden, ‘de wenschen en de beden van uwe zieken, ons verlangen en de pogingen, die wij in het werk stelden, hebben dezen slag niet van u kunnen afweren. Maar de personen, die u op dit oogenblik omringen, de rechthebbenden van den vromen stichter van dit huis, hebben uwe zaak, die ook de hunne is, aan de beslissing van den rechter overgegeven. Wij wachten met vertrouwende beslissing af, die u en uwe Zusters weer in ons midden zal terugvoeren, en die ons uwe hulp, welke wij zoo oprechtelijk hoogschatten, weer zal verzekeren. Wij roepen u daarom geen vaarwel, maar tot weerziens toe.’
Voor de laatste maal gingen de Zusters en het geheele gezelschap de verschillende zalen rond om hunne dierbare zieken te verzorgen en te troosten. Voor het laatst betraden zij de kapel, waar het hart van den stichter bewaard wordt en waar de in zijne liefde voor de armen onuitputtelijke Augustin Cochin begraven ligt; daar vroegen zij voor het laatst om onderwerping en geduld in de zware beproeving, die zij te doorstaan hebben. En daarna togen zij, ten getale van zes en twintig, zwijgend en met betraande oogen, omringd door hunne vrienden, door de straten van Parijs, naar het moederhuis der orde.
Twee uren daarna deden de loontrekkende dienaren der Parijsche stadsregeering hunne intrede in het hospitaal Cochin, waar zij, zooals in andere gasthuizen geschiedt, meer hunne eigene belangen behartigen dan die der zieken, welke het ongeluk hebben aan hunne zorgen toevertrouwd te zijn.