Een honderdjarige.
II.
Het is slechts 100 jaar geleden dat de aardappel in Frankrijk werd ingevoerd; maar men kende dit voedzame knolgewas reeds vroeger in België.
En mag men niet zeggen, dat sedert de invoering van dit kostbaar gewas, de hongersnood niet meer gekend geweest is: niettemin is die vreeselijke ramp, sinds dien toch zeldzamer geworden.
Trouwens, de ouderlingen, die geboren zijn in 't begin der tegenwoordige eeuw, zijn nog te wel indachtig hoe vreeselijk de hongersnood onze arme bevolking in de jaren 1817 en 1845 heeft geteisterd; maar het mislukken van den aardappeloogst was voor zeer veel in die schrikkelijke volksramp.
Aan den aardappel is het inderdaad te danken dat de hongersnood in Europa veel minder gewoed heeft dan in vroeger eeuwen; want de aardappel is het brood, en een overvloedig en gezond brood van den arme geworden.
Onzeggelijk is het wat Parmentier in Frankrijk al deed om zijne wederspannige medeburgers te overhalen zich met aardappelen te voeden en niettegenstaande al zijn pogen, zou hij er niet in gelukt zijn, had Lodewijk XVI den verachten knol niet onder zijne bescherming genomen.
Het plein van Sablons werd ter beschikking gesteld van Parmentier, en ondanks eenen onvruchtbaren grond, kwamen de aardappels er toch welig op, en den 25 Augustus 1785 bood Parmentier, in de Tuilerien, den koning ter gelegenheid van zijnen feestdag, eenen tuil aan van aardappelbloemen gemaakt. Terstond nam Lodewijk XVI een dier bloemen, en liet ze pronken in een knopsgat op zijne borst. Aardappelen werden aan de koninklijke tafel opgedischt, en in tegenwoordigheid van gansch het Hof, wenschte de koning er Parmentier geluk meê. Van dan af had de aardappel de vooroordeelen overwonnen.
Edoch Parmentier was nauwelijks 7 jaar oud toen de Belgen den knol, hedendaags zoo onontbeerlijk geworden, reeds vrij algemeen aten. De eerste invoerder bij ons van dat Amerikaansch gewas was Filip de Sivry, heer van Walhain, gouverneur van Bergen in de XVIde eeuw. De knollen, die door hem geplant werden in 1587, waren hem geschonken geweest door den gezant van den Paus te Brussel. Zij kwamen voort van degene, die door den monnik Hyronymus Cardanus in Italië werden gebracht.
Kanonik Fr. Vanstarbeek, die in de XVIde eeuw leefde, noemt de aardappelen, Peruanen van Papas; en deze Antwerpsche kruidkundige voegt er bij dat zij in Vlaanderen ge-