Wereldtentoonstelling van Antwerpen.
Onderwijs.
VIII.
Wij hebben nu reeds een kort overzicht gemaakt van alle soorten onderwijsinrichtingen onzes lands; alvorens van andere volken te spreken, willen wij hier eenige cijfers mededeelen uit de statistieken door het Belgische Staatsbestuur op de Wereldtentoonstelling ingezonden.
Die statistieken en documenten, betreffende de drie graden van openbaar onderwijs in België, sedert dit belangrijk punt door vaste wetten geregeld werd, waren zonder twijfel hoogst merkwaardig onder al wat in de afdeeling van onderwijs was uitgestald.
Maar, wij vragen het, wie had, te midden van die duizenden wonderen der nijverheid, te midden van 't gewoel der duizenden bezoekers en nieuwsgierigen, het geduld en den tijd om die kolommen van cijfers en die gekleurde aanschouwelijke vergelijkingstafels, hoe kunstig en geleerd dan ook samengesteld, met genoegzame oplettendheid gade te slaan? Wij althans niet.
Wij hebben er ons bij bepaald van de schoone kaart, welke het aantal geletterden per provincie van 't jaar 1844 tot het jaar 1881 zoo goed voorstelt, eenige cijfers af te schrijven.
Voor elk jaar beeldt die kaart de negen provinciën van België af, en geeft telkens in cijfers voor elke provincie het aantal personen per honderd, welke kunnen lezen en schrijven.
Zoo kwam in 1844 de provincie Oost-Vlaanderen het laagst met 38,23 pCt. geletterden; in 1881 staat de provincie Henegouw aan den staart met 73,99 pCt. lezenden en schrijvenden.
Ziehier voor het jaar 1881 de tabel van al onze provinciën, gerangschikt volgens 't getal onderwezenen:
Luxemburg |
96,36 per honderd inwoners. |
Namen |
93,12 per honderd inwoners. |
Luik |
86,93 per honderd inwoners. |
Limburg |
86,93 per honderd inwoners. |
Brabant |
81,27 per honderd inwoners. |
Antwerpen |
80,95 per honderd inwoners. |
West-Vlaanderen |
79,55 per honderd inwoners. |
Oost-Vlaanderen |
74,62 per honderd inwoners. |
Henegouw |
73,99 per honderd inwoners. |
Het gemiddeld getal geletterden in gansch België was
in 1844 |
49,79 pCt. |
in 1881 |
80,67 pCt. |
Dit maakt eene vermeerdering van 30,88 geletterden op 100 inwoners, of eene aanwinst van 62 per honderd op het getal geletterden van 1844.
Dit is de uitslag van de wet op 't lager onderwijs, uitgevaardigd in 1842. En die schoone, zeer bevredigende uitslag is vooral te danken aan de goede overeenkomst, aan de krachtdadige samenwerking der geestelijke en wereldlijke overheid. Ongelukkiglijk voor ons land werd dit schoone werk der algemeene verstandhouding, de wijze wet van 1842, vernietigd.
De ongelukkige, voor ons land zoo ramp-