Wetenswaardigheden.
Het wasschen van groenten.
Wie van versche groenten houdt, late ze nooit wasschen wanneer ze uit den grond worden genomen, maar eerst dan, wanneer men ze voor de keuken of het eten bereidt. Aardappelen, knollen, wortels, selderij en vele andere moeskruiden, verliezen spoedig bij het wasschen hun eigenaardigen fijnen smaak. Brengt men 's Zomers bloemkool en andere koolsoorten in aanraking met water, dan bederven deze groenten spoedig en verliezen hunne frischheid en lekkeren smaak. Nog erger is het bij salade. Wanneer men deze volstrekt wasschen wil, zoo moet dit onmiddellijk voor de toebereiding geschieden en al het water dan verwijderd worden door afgieten en doorslaan in een netje, in een doorslag of vergiettest, en daarna moet men de salade dadelijk klaarmaken. Hoe verscher uit den grond des te fijner en frisscher smaakt de salade, vooral kropsalade, andijvie en koolsalade. Niets bederft den lekkeren smaak der groenten meer en maakt een goede salade spoediger smakeloos en oneetbaar, dan wanneer er te veel water aan blijft hangen. Is de latuw heel zuiver, dan is het veel beter die ongewasschen te bereiden; maar wil men ze nu bepaald wasschen, dan moet dit vlug geschieden en de bladeren moet men daarna zorsvuldig met een schoonen doek afdrogen; nooit echter late men salade en versche groenten langer dan een paar minuten in het water.