De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 2(1885-1886)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Kerslied. Gezegend stille nacht, wanneer geen somber wolken Verduist'ren 't sterrenlicht der hooge hemelkolken! Wanneer het windje kwijnt, geen nachtuil blaast in 't woud, Alsof geheime schrik natuur bevangen houdt. Daar daalt van uit de Hemelzalen Een schaar van Eng'len nêer; Zij zingen zoet als nachtegalen: Aan God zij lof en eer, Vrede zij aan al de zielen, Die ootmoedig voor Hem knielen Luisterend naar zijn woord en leer. En dan luidt, Met zoet geluid, Van den grijzen toren 't Klokje dat met plecht verkondt, Over gansch het wereldrond, Christus is geboren! Het schepsel lag gedoemd, het menschdom moest verloren Eén enkel wezen slechts, één maagd bleef uitverkoren, 't Was Zij die op deze aard, in dezen stillen nacht, Vertroosting in het leed, hoop op verlossing bracht. Treedt dan, schepsels, treedt te gader, Tot het lieve wichtje nader, Dat gebaard ligt in een stal. Voegt uw stem bij de Englenkooren Hij zal uwe bêe aanhooren Hij de Meester van 't Heelal. Constant Wolfs. Vorige Volgende