Wereldtentoonstelling van Antwerpen.
Onderwijs.
I.
Eer wij afscheid nemen van onze prachtige Wereldtentoonstelling, moeten wij toch ook een woord zeggen over de afdeeling van Opvoeding en Onderwijs. Deze afdeeling was zeker eene der belangrijkste. België heeft getoond, dat het door de inrichting van zijn onderwijs in alle graden, evengoed als in kunst en nijverheid, met de eerste landen der wereld wedieveren kan.
In de Belgische afdeeling waren, ja, alle graden en alle vakken van onderwijs vertegenwoordigd: hoogere, middelbare en lagere scholen; nijverheids-, teeken- en normaalscholen, bewaarscholen en kindertuinen, beroepsscholen voor juffrouwen, gestichten voor blinden en doofstommen, werk- en verbeteringshuizen. Naast de staats- en gemeente-inrichtingen namen ook de vrije onderwijsgestichten eene goede plaats in.
Beschouwen wij eenige vakken wat meer in het bijzonder.
De Staatsuniversiteiten van Gent en Luik hebben beiden zeer werkwaardige verzamelingen van toestellen, preparaten en teekeningen uitgestald. Hieronder bemerken wij zeer kunstige werktuigen tot proefnemingen bij de lessen van levensleer, heel- en ontleedkunde, zelfs tot waarneming der ademhaling bij de kerfdieren. De hoogeschool van Gent munt ook uit door de toestellen voor 't onderwijs der burgerlijke bouwkunst; die van Luik, door al wat strekken kan bij de lessen van werktuigkunde en mijnontginning.
Jammer dat de vrije hoogescholen des lands niet naast die van den staat ten toon staan. Vooral de Alma mater van Leuven hadden wij er gaarne aangetroffen. Waarschijnlijk is men voor de plaatsingskosten achteruitgeweken, gelijk met zooveel andere vrije gestichten het geval geweest is.
Blijven wij dan voor het oogenblik bij het Staats- of officieel onderwijs. Het Middelbaar Onderwijs vinden wij vertegenwoordigd door werken van leerlingen der Atheneums, der Middelbare scholen en der Normaalscholen voor Middelbaar en Lager onderricht. Onder al die werken hebben de landkaarten en de teekeningen ons meest bevallen. Ééne kaart, welke onzes dunkens eene bijzondere melding verdient, is die der voortbrengselen van België, vervaardigd door de leerlingen van het Atheneum van Namen. Ook eenige grondplannen in plaaster, de verschillende hoogten van het gebied der gemeente aangevende, zijn zeer merkwaardig.
Bij de verzamelingen door de lagere Normaalscholen van den Staat tentoongesteld, merken wij onder andere nog op eene reeks modellen in bordpapier tot het bewijzen der meetkunst in de ruimte of met drij afmetingen, eene groep afbeeldsels in natuur van de verschillende boomgriffels, eenige samenvattende tabellen tot vergemakkelijking van de studie der wetenschappen. Vergeten wij ook niet te spreken van de alleszins merkwaardige verzameling vrouwelijke handwerken, door de Normaalscholen voor onderwijzeressen ingezonden. Jammer dat de plaats der uitstalling voor deze werken te gering is; alles hangt zoodanig op elkander, dat het bijna niet mogelijk is eenig stuk in het bijzonder te onderscheiden.
In de Staatsnormaalscholen voor juffrouwen heeft men het onderwijs waarlijk ver uitgebreid, zelfs tot het overdrevene toe. Wij vinden in de tentoonstelling, als leermiddelen voor 't vak van huishoudkunde, eene gansche verzameling keukengerief, allerlei potten en pannen, bezems, borstels, matten, stuifdoeken, dweilen, sponsen, en wat dies meer tot het huishouden en de keuken behoort. Het is zeker goed, dat eene onderwijzeres wete wat al dienstig is in 't huisgezin, maar, als zij in hare school onderwijst welke hoedanigheden al dit huisgerief hebben moet om goed te zijn, zou het dan ook niet behoeven, dat zij de kinderen der volksklas de kunst leere altoos geld genoeg te bezitten om zich het beste gerief aan te schaffen, en in die goede potten ook wat goeds te kunnen koken?
Dezelfde overdrijving vinden wij in de Staatsmiddelbare scholen voor juffrouwen. Zoo treffen wij in de schrijfboeken der leerlingen van de middelbare meisjesschool van Namen geheel de theorie aan van de projectiën, en dan nog wel op zulke wijze, dat de teekeningen in 't geheel niet overeenkomen met den woordelijken uitleg.
Maar wat nog erger is, in de middelbare afdeeling der Staatsnormaalschool voor juffrouwen te Brussel vinden wij eenen zeer breedvoerigen leergang van Fransche letterkunde; Montaigne, Descartes, Pascal, J.J. Rousseau, Voltaire.... worden er uitgebreid in behandeld; ook over andere vreemde schrijvers, als Sheakspeare en Schiller, is er gesproken; maar tevergeefs hebben wij gezocht naar eenige mededeeling over de Nederlandsche letterkunde, geenen enkelen naam zelfs van eenen Vlaamschen of Nederlandschen schrijver hebben wij aangetroffen. En echter wordt er in alle pedagogische werken gezegd, dat de opvoeding vaderlandsch of nationaal moet wezen. - Wanneer men zoo de onderwijzeressen vormt, die de dochters der welhebbende standen later moeten opleiden, moet men zich niet verwonderen, dat de kanker der verfransching allengs erger wordt; dan zal, ja, na korte jaren ons kleine België rijp zijn om bij het groote, immer verheerlijkte en bewonderde Frankrijk te worden ingelijfd en voor altoos van de wereldkaart te verdwijnen. Dit verhoede God en de waakzaamheid aller oprechte vaderlanders!
(Wordt vervolgd).
Willem Raets.