Wijsgeerige zedespreuken.
Het overwicht der hartstochten verontschuldigt den mensch niet, dat hij geen heer over dezelve is; hij moet zijne kracht leeren gebruiken, die in het verstand bestaat. Weersta slechts dadelijk een opkomenden ongeregelden hartstocht en gij zult weldra de machtigste kunnen regeeren.
***
Slechts hij is waarlijk gelukkig, wiens tevredenheid uit zich zelven voortkomt, wiens geheele rijkdom in de ziel bestaat, de verheven man, die zelfs met voeten treedt, wat anderen bewonderen.
***
Dwalen is menschelijk, en wie bekent, gedwaald te hebben, geeft zich aan geene schande prijs, doch aan eene zwakheid en wel aan eene zwakheid, die hij met de edelste menschen gemeen heeft.
***
Ik zal den jongeling niet toeroepen: wacht u voor hartstochten! want het is dwaas tot de zee te zeggen: wacht u voor stormen! Maar dit zal ik den jongeling toeroepen: red u in de hartstochten.