De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 2(1885-1886)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Vrijheid. Burgerlijke vrijheid. ‘Vrijheid!’ Dat is een machtig woord; Ik heb het in ieders mond gehoord; Het klinkt langs de velden, gromt in de steden En schalt als een leus uit het verre verleden. Heur naam is een schild en voor troon en voor koning, Heur naam beschut der burgeren woning. En een ieder is vrij. Volkomen? Misschien. O mocht ik u, Vrijheid! zoo ook eens zien. Geestesvrijheid. ‘De stof is knecht.’ De stof is niet vrij. ‘De geest is koning.’ De geest is niet vrij; Hij dwaalt en faalt, en tast in het rond, Bekijft en betwist den onzekeren vond. Zoo dient hij de dwaling en ligt hij gebonden, Onvrij door onmacht en in 't zoeken verslonden. Beide. Vrijheid! dan zijt gij maai een machtspreuk. Geestes zwakheid maakt op uwe rechten inbreuk; Vrijheid! gij wordt slavinne in der dwingershand; Vrijheid! gij zijt geen koninginne in mijn vaderland. En de macht der driften legt u aan banden, Gij zijt een spel in ieders handen. Zielevrijheid. En toch bestaat gij, in 't harte der braven; Maar rust er stil en diep in begraven, Daar hebt gij uw troon en heerscht in 't geweten; Want vrij is die ziel, al ligt zij in keten. Maar eens komt de dag en breekt zij heur banden, En stijgt, met de vrijheid, naar betere landen. Alfons Dekkers. Vorige Volgende