Wijsgeerige zedespreuken.
Zoodra men de eeuwigheid van der menschen verwachting afscheurt, zoo is hij een misgeboorte, een smaad voor den hemel, een schandvlek, eene duistere, ondoordringbare wolk op het schoone gelaat der natuur, en brengt haar met zijn heer in tegenspraak.
***
Men vroeg een Bedouin naar een teeken, dat naar den Schepper wees. Hij antwoordde: ‘Wijst de mest van den kameel niet op het dier, de voetstappen op den wandelaar; de hemel is vol sterren, de zee vol golven. Wijst dit alles niet op den Almogende?’
***
Het toeval is in de hand van den denkenden mensch, wat de ruwe steen is in die van den kunstenaar.