Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 2 (1885-1886)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 2
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (60.12 MB)

Scans (1363.93 MB)

ebook (52.94 MB)

XML (2.92 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 2

(1885-1886)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het zakuurwerk van Napoleon.
Geschiedkundige schets.

Toen de zoon van den adellijken, maar in vrij bekrompene omstandigheden verkeerenden advocaat Buonaparte op de militaire school te Brienne studeerde, noemde een zijner leeraars hem ‘een Corsicaan van geboorte en karakter’ en voorspelde dat ‘hij het ver brengen zou, als de omstandigheden hem gunstig waren.’

Die voorspelling is bewaarheid, daar de omstandigheden den kloeken Corsicaan, met zijne hoekige, trotsche gestalte inderdaad zoo gunstig geweest zijn als hij het zich in zijne stoutste droomen maar had kunnen voorstellen.

Nadat hij met schitterend gevolg zijne studiën aan de militaire school te Parijs had voltooid, trad hij met eene aanstelling van luitenant der artillerie in het leger. Aanvankelijk was hier zijner gloeiende eerzucht slechts een beperkt veld geopend, en daar zijne trotsche, achterhoudende manieren in het gezellig verkeer hem onder zijne kameraden geene vrienden verwierven, was zijn toestand alles behalve benijdenswaardig.

In dien tijd kocht hij zich van zijne spaarpenningen eene zilveren horlogie, een goedkoop, slecht werk, dat hem in den eersten tijd heel wat ergenis berokkende. Met dat al was de arme tweede luitenant nu en dan, als hij in geldverlegenheid verkeerde, wat niet zelden het geval was, nog genoodzaakt zijne horlogie te verpanden.

Maar de tijden namen voor Buonaparte eene zeer gunstige wending. Juist in de bloedige jaren der revolutie, die voor de meeste adellijken allernoodlottigst waren, rijpte het koren voor den molen van den Corsicaanschen avonturier, die het ten bekwamen tijde wist te malen. Het gelukte hem, zich door eenen opgeschroefden geestdrift voor de republiek, waarin hij een middel zag om zijn doel te bereiken, bij de revolutiemannen aangenaam te maken, zoodat hij na de belegering van Toulon, waarbij hij zich dapper geweerd had, door zijn hoofdgeneraal zelf bij de Nationale Conventie werd aanbevolen met de karakteristieke woorden: ‘Bevordert hem, of hij zal zich zelf bevorderen.’

De Nationale Conventie gaf aan dien wenk gehoor en benoemde hem tot... generaal. Van dat oogenblik af onderging hij gedurende zekeren tijd aanmerkelijke lotswisselingen. Na den val van den verschrikkelijken Robespierre, werd hij als een van diens aanhangers in hechtenis genomen, en schoon hij later in vrijheid gesteld werd, bleef hij toch geruimen tijd zonder aanstelling, tot hij er eindelijk in slaagde ingevolge eene opdracht van het pas opgerichte Directoire een opstand in Parijs te onderdrukken, waarbij hij zich door zijne ijzeren gestrengheid, door anderen wel is waar als bloeddorstige wreedheid gewraakt, de gunst der regeering verwierf.

Omstreeks dezen tijd trad hij in het huwelijk met Josephine, de weduwe van generaal Beauharnais, die ten tijde van Robespierre's schrikbewind terechtgesteld was. Dit huwelijk kwam voornamelijk tot stand door toedoen van Barras, lid van het Directoire, wien Napoleon te gelijk ook zijne benoeming tot opperbevelhebber der Fransche troepen te danken had.

Hij vertrok nu onmiddellijk naar Italië om zich aan de spits van het leger te stellen, dat daar tegen Oostenrijk streed, en zijn buitengewone tact om met de soldaten om te gaan verwierf hem weldra zulk een overwegenden invloed op zijne troepen, dat zij door zijnen geestdrift aangevuurd, achtereenvolgens zege op zege bevochten.

Daarmede was de grondslag tot zijne latere grootheid gelegd. Nauwelijks was de vrede van Campo Formio gesloten of hij ondernam den avontuurlijken tocht naar Egypte, en toen vervolgens de vijandelijkheden in Italië en de Rijnlanden voor het Directoire eene gevaarlijke wending dreigden te nemen, verscheen hij plotseling weder te Parijs en wist zich behendig den zegekrans van ‘redder des vaderlands’ om de slapen te vlechten.

Van de vijf leden van het Directoire legde een zijne waardigheid neder, twee waren slim genoeg onmiddellijk Napoleons partij te kiezen en de beide overigen liet de bevelhebber in hechtenis nemen. De vergadering der vijfhonderd te St. Cloud liet hij met de bajonet uiteenjagen en ten slotte verwierf hij zich de waardigheid van consul, die voor hem nog slechts als de laatste sport tot den keizerstroon gold. Met bewonderenswaardig beleid wist hij zijne creaturen te kiezen, en die op de geschikte plaats te stellen, zooals bij voorbeeld Talleyrand, Fouché, Berthier, Carnot, enz. Het sluiten van het concordaat met den Paus diende natuurlijk alleen om aan zijne eerzuchtige plannen eene kerkelijke wijding en bekrachtiging te geven en werkelijk, in 1804, liet hij zich tot keizer der Franschen uitroepen, met de verklaring, dat die waardigheid erfelijk zou zijn in zijn geslacht.

Thans had hij het toppunt zijner wenschen bereikt, maar nu kwam het er op aan de macht, die hij zich had weten aan te matigen, ook staande te houden. Terwijl hij in zijn eigen land de buigzaamste verzoeningspolitiek betrachtte, trad hij tegenover de mogendheden als keizerlijk veldheer op. De eene oorlog volgde op den anderen, maar elke oorlog eindigde ook met eene overwinning. Toch vergat Napoleon in den zwijmelroes der zegepralen zijne geringe afkomst niet en hij zorgde als een vader voor zijne vier broeders, voor zijn stiefzoon Eugène en al de deelgenooten zijner eerste militaire loopbaan. Als eene merkwaardige gedachtenis had hij ook het uurwerk bewaard, dat hij als tweede luitenant gekocht had: nooit legde hij het af, en de groote keizer, die over al de schatten van Europa beschikte, droeg voortdurend eene ouderwetsche, zilveren horlogie op zak.

In den slag van Marengo vroeg Napoleon den hertog van Montebello, die toevallig naast hem stond, hoe laat het was.

‘Mijne horlogie staat weer eens stil!’ voegde de keizer er glimlachend bij en wees op den zwaren ouden knol, dien hij uit den zak haalde. Lannes stond niet weinig verbaasd over dit plompe uurwerk, maar de keizer verhaalde hem onder welke omstandigheden hij het gekocht en waarom hij het altijd bewaard had.

‘Die eenvoudige horlogie,’ zoo besloot hij zijn verhaal, ‘heeft mij van mijn eerste begin at trouw op mijne geheele loopbaan vergezeld; daarom zal het voor mij steeds de hoogste waarde hebben.’

En dit uurwerk werd ook werkelijk in de familie der Napoleons als eene kostbare relikwie van den grooten stichter der dynastie bewaard, terwijl het bij erfenis van den eenen stamhouder op den anderen overging.

Het vergezelde Napoleon I naar Elba en ten slotte naar St. Helena, en toen hij daar in het jaar 1821 zijn wisselvallig leven eindigde, kwam het in het bezit van Napoleons elfjarigen zoon, den jongen hertog van Reichstadt, die te Schönbrunn bij Weenen, in het slot van zijn grootvader Frans I van Oostenrijk, verblijf hield. Het was den zoon van den grooten Corsicaan niet vergund als Napoleon II den troon zijns vaders te bestijgen en hij kon het

[pagina 4]
[p. 4]



illustratie

zeemanskinderen, naar k. raupp.


[pagina 5]
[p. 5]



illustratie

de schutsengel bij de wieg, naar hermann kaulbach.


[pagina 6]
[p. 6]

uurwerk alzoo niet in de Tuilerieën terugbrengen. Hij bereikte nauwelijks den leeftijd van een en twintig jaren en nog tegenwoordig wordt vaak beweerd dat hij zich zelven door vergif om het leven zou gebracht hebben. Waarschijnlijker is het echter dat zijne uitspattingen hem dien vroegen dood berokkend hebben; het is althans bewezen dat eenige zoogenaamde vrienden, welke heimelijk tot eene anti-Bonapartische partij behoorden, hem wisten te omringen en tot verbodene vermaken aandreven, die weldra in de grootste ongebondenheid ontaardden.

Na den dood van den hertog van Reichstadt kwam de horlogie aan de familie terug en Napoleon III, welke zijn oom tot in de kleinste bijzonderheden trachtte na te apen, deed ook als rechtmatig erfgenaam zijne aanspraken op de relikwie gelden.

Ten tweeden male was de staatsgreep gelukt en Louis Napoleon koesterde zich overmoedig in de stralen zijner gelukszon. Keizer Maximiliaan van Mexico en anderen moesten als de slachtoffers zijner trouwelooze politiek vallen tot eindelijk ook hem de wrekende Nemesis bereikte. De overmoedige Phaëton, die in zijne verwaandheid gemeend had den zonnewagen te kunnen mennen, werd uit de hemelbaan neergeslingerd: den 2en September 1870 zonk hij in het stof, de dag van Sédan had over hem beslist.

De oude horlogie, de familie-reliek, die Napoleon III in dien noodlottigen slag aan zijne borst gedragen had, vergezelde hem naar Chislehurst; voor de derde maal volgde het een Napoleon in het land der ballingschap.

Keizerin Eugénie, de weduwe van den laatsten keizer der Franschen, bewaarde het uurwerk na Napoleons dood voor haar zoon Louis; maar de kleine Loulou, zooals hij als knaap genoemd werd, vervulde de verwachtingen niet, die de Chauvinisten op hem, den eenigen afstammeling van Napoleon III, gebouwd hadden. Napoleon IV stierf op even jeugdigen leeftijd als de zoon des eersten keizers, de hertog van Reichstadt; ver van zijn vaderland vond hij den dood in de wildernissen van Zuid-Afrika.

Het ongelukkig uiteinde van den jongen vorst is bekend: Ook hij nam het familiestuk, de horlogie van den grooten Napoleon, met zich in den veldtocht; maar de wijzers wezen weldra zijn laatste uur aan.

Gelijk men weet, werd zijn lijk, tot op het naakte lichaam uitgeschud, teruggevonden, en thans draagt misschien de een of andere smerige Zoeloe de horlogie van den wereld veroveraar als sieraad op de bruine borst. Waarlijk, sprekender allegorie van het lot der Napoleons kan moeilijk bedacht worden!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken