Moderne dienstboden.
Mevrouw A. tot het dienstmeisje van mevrouw B.: ‘Wees zoo goed, Mina, mijnheer en mevrouw te zeggen, dat wij ze beleefd verzoeken, aanstaanden Zondag bij on; eene tas koffie te komen drinken.’
Dienstmeisje: ‘Heel goed, mevrouw, ik zal er voor zorgen. Op mijnheer kan u stellig rekenen, maar mevrouw komt in geen geval.’
Mevrouw A.: ‘Hoe zoo? Is de kleine Anna soms niet wel te pas?’
Dienstmeisje: ‘Dat niet, maar ik heb Zondag mijn uitgaansdag, weet u.’