De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 1(1884-1885)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Een kalme avond. Hoe jaagt het hart mij van zalig genoegen, Als 't na een dag van vermoeiing en zwoegen. De kalme rust in de velden geniet! Hoe plechtig grootsch, en hoe zalvend, hoe lavend, Wen 't schouwtooneel van een helderen avond Aan de opgetogene blikken zich biedt!.... Het suisend lied van den wind in de twijgen; Geheimnisvol een gefluister, een hijgen, Als waarde een koor er van geesten in 't woud; De trippeltoon van des beekjes geklater, En dan op eens het harmonisch geschater Des nachtegaals, onnavolgbaar en stout. De zilvren maan aan den donkeren hemel; Het weiflend licht van het sterrengewemel; Het wolkje, dat door de kreitsen daar spoedt; Het golvend graan met zijn wiegende halmen, Het bloemtapijt met zijn geurige walmen, - 't Zegt alles: ‘God is zoo groot, is zoo goed!...’ Ik meng mijn stem bij die duizenden monden, Die 's Heeren macht en Zijn goedheid verkonden; Ik buig deemoedig de knie en het hoofd En murmel: ‘O God, o mijn God, ik bewonder Uw kalme rust als Uw stormengedonder!... Uw Naam, o Heer, zij gezegend, geloofd!... Frs. S. Daems. Vorige Volgende