lijkheid. In ieder geval blijft de tweewieler voor velen onbruikbaar, niet alleen omdat zij zich om velerlei redenen niet durven wagen aan acrobatische toeren, maar ook omdat men op den wieler, zelfs wanneer hij eene niet aanzienlijke hoogte bezit, zich eigenlijk nooit veilig kan gevoelen, en vele ongelukken dat gevoel van onveiligheid ten zeerste wettigen.
Het behoort zoo ver te komen met de middelen tot zelfvervoer, dat zij voor menschen van iederen leeftijd en van iedere corpulentie, zonder eenige vrees voor gevaar, gemakkelijk te gebruiken zijn. Elke schrede in die richting verdient dus belangstelling, en onze lezers zullen er ongetwijfeld prijs op stellen kennis te maken met de vier-, drie-, twee- en zelfs eenwielige vélocipèdes van den eerw. pater Jeen, waarvan wij wellicht later de afbeelding zullen geven, en waarvan sommigen niet onmogelijk eene omwenteling zullen teweegbrengen op het gebied van het zelfvervoer, zoowel wat de snelheid als de veiligheid betreft.
De vierwieler voor twee personen bestaat, zooals uit onze gravure blijkt, uit twee stevig verbonden wielers, zoodanig samengesteld, dat de vreesachtigste er zich veilig op gevoelt, en dadelijk zonder eenigen bijstand zich kan oefenen. Het omvallen wordt er bij voorkomen door de stevige koppeling, terwijl het zoo dikwijls gebeurende voorovertuimelen al terstond verhinderd wordt, doordat men zeer zelden voor beide groote wielen te gelijk een struikelblok zal ontmoeten. Mocht dit laatste evenwel ooit het geval kunnen zijn, dan hebben de bovenbeenen der berijders geen gevaar belemmerd te zijn door de stuurkruk, en ongelukken te veroorzaken, vooral ook daar de berijders hier een vrij gebruik van hunne handen behouden. Het sturen geschiedt, zooals uit de teekening blijkt, door middel van de achterwielen, wier stangen bovenaan gekoppeld zijn, en daar voorzien zijn van een of twee handvatsels. Ultra-vreesachtigen kunnen zich met eene hand vasthouden aan de dwarsstaaf, waar de stuurkruk langs schuift. Voor eerstbeginnenden, die zich liever vasthouden willen aan een steunsel vóór zich, kan men gemakkelijk iets bevestigen, waar zij bij mogelijk, schier niet te veronderstellen, voorovervallen, zonder hindernis overheen kunnen glijden.
Om het gebruik op veelbereden grintwegen te vergemakkelijken, geeft men ze de wijdte van het wagenspoor.
Hoewel iedereen er terstond mee voort kan, zonder bijstand, wordt er toch natuurlijk eenige oefening vereischt om regelmatig en vlug te rijden. Dit gaat echter zeer spoedig.
Voor minder vreesachtigen, die evenwel toch gaarne veilig willen zitten, vervangt men de twee kleine wielen door één stuurrad, dat de halve doorsnede heeft van de groote wielen. De gemakkelijkheid van werking, en de snelheid winnen daar natuurlijk veel bij.
Binnenkort hopen we een driewieler te geven, die èn om de gemakkelijke werking, èn om de groote vlugheid van groot belang is voor het zelfvervoer.