Vrouwen met Baarden en Haarmenschen.
(Slot.)
Het vijfde vrouwenportret, dat slechts met een enkel woord in ons vorig nummer werd behandeld, stelde eene zeer practische dame voor, die getracht heeft uit haar mannelijk voorkomen klinkende munt te slaan. Professor Ecker verhaalt ons ten minste dat zij zich voor geld te kijk stelde.
de harige familie van ambras.
De aankondiging, waardoor de nieuwsgierigen gelokt moesten worden, luidde aldus: ‘Het nieuwste van de beschaafde wereld, het baardige wondermeisje, de beroemde vrouwelijke Noordpoolreiziger en professor in de phrenologie en physiologie. Deze beide wetenschappen stellen haar in staat de vermogens en het karakter van iedereen nauwkeurig te omschrijven, alsmede ieders lotgevallen en de gebeurtenissen, die nog in de toekomst liggen. De wonderdame is bovendien zeer belangwekkend, wijl zij zelve wat haar voorkomen betreft, eene wonderlijke speling der natuur mag genoemd worden. Zij paart aan eene schoone vrouwelijke gestalte en welluidende stem een mannelijk gelaat met een baard.’
Jammer voor het wondermeisje waren er slechts zeer weinigen, die aan de macht der combinatie van phrenologie en physiologie geloofden; het zaakje ging eenvoudig niet op en zoodoende verviel zij tot armoede en is in het jaar 1876 te Freiburg in ellende gestorven.
Zooals ditmaal onze gravure aantoont, hebben de wetenschappelijke onderzoekers niet alleen een ongewonen haarwas bij vrouwen waargenomen, maar doen zich ook gevallen voor dat de haargroei zich over de geheele huid uitstrekt en alleen de binnenzijde der handen en de voetzolen onbedekt laat. Algemeen doet zich hierbij het verschijnsel voor dat zij, die zoo buitengewoon rijk door de natuur bedeeld zijn, nooit met hunne tanden kunnen pronken. Bij sommige haarmenschen ontbreken die soms geheel of gedeeltelijk in de boven- of onderkaak, bij anderen zijn zij van zeer slecht allooi.
De beroemde geneesheer en professor Felix Plater, die van 1536 tot 1614 te Bazel leefde, verhaalt in zijne geschriften een en ander omtrent een man, die aan het hof van koning Hendrik II verkeerde, en op wien de vorst, wegens 's mans ongewonen haargroei, als zeldzaamheid zeer veel prijs stelde. Zijn geheele lichaam was dicht met haar bewassen en zijne wenkbrauwen waren zoo sterk ontwikkeld dat zij hem bij het gebruik zijner oogen hinderden. Hij was met eene vrouw getrouwd, die niets buitengewoons had, maar zijne kinderen geleken sprekend hunnen vader. Plater maakte met die familie kennis in het jaar 1583, toen het zoontje van Hendriks gunsteling negen, het dochtertje zeven jaren telde. Toevalligerwijze heeft professor Von Siebold eenige jaren geleden op het kasteel Ambras in Tyrol de schilderij dezer familiegroep ontdekt en daar men den naam van den man niet meer kon vinden, heeft men met het oog op de ontdekking van laatstgenoemden geleerde, het viertal eenvoudig de harige familie van Ambras genoemd.
Een dergelijk geval van onnatuurlijken haarwas in onzen tijd is de Rus Adrian Jeflischef, de zoogenaamde Russische hondmensch, uit het gouvernement Kostroma, die zich tien jaren geleden in Duitschland liet zien met zijn zoontje Fedor, een driejarigen knaap, die evenals zijn vader over het geheele lichaam met haren bedekt was.
Ten slotte maken we nog melding van de Birmaansche familie Schwé-Maong. De bekende reiziger Crawford hoorde, toen hij zich in 1829 te Ava bevond, van een man spreken, wiens geheele lichaam met haar begroeid was en die meer op een dier dan op een mensch geleek. Het was Schwé-Maong, geboren in het jaar 1799, welke als kind aan het hof van den koning van Birma kwam en daar de gewichtige rol van hofnar speelde. Hij huwde met eene schoone Birmaansche vrouw en had vijf kinderen, waarvan alleen de laatste den haargroei haars vaders erfde. Het was een meisje, Maphun genaamd, dat reeds op den leeftijd van zes maanden geheel met haar begroeid was; ook kreeg zij later zeer gebrekkige tanden, een verschijnsel dat zich ook bij haar vader en bij de zoo even genoemde Russen voordeed. Kapitein Yule heeft in 1855 het genoegen gehad met Maphun kennis te maken. Zij had toen zelve reeds kinderen, twee zoontjes van vier en twee jaren oud, die zich beiden reeds in het genot van een ontwikkelden baard verheugden.
Of intusschen vrouwen met baarden en zoogenaamde haarmenschen tot de meest benijdenswaardige schepselen dezer aarde behooren, zullen we aan de beslissing van den lezer overlaten.