De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 1(1884-1885)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De legende van den kruisbekvogel. Aan het kruis verheft de Heiland 't Stervend oog ten hemel kalm, En hij voelt een lichte siddring In zijn wreed doorboorden palm. En van gansch 't heelal verlaten, Ziet Hij daar een vogelkijn, Aan den ruwen ijzren spijker Driftig pikkend bezig zijn. Rood van bloed en onvermoeibaar. Laat het met zijn bek niet af: 't Wou van 't kruis den Heer verlossen, Die hem zang en adem gaf. ‘En de Heiland spreekt zoetaardig: Wees gezegend, vooglijn zoet! Draag, als teeken van deze ure, 't Stempelmerk van Kruis en Bloed.’ En die vogel heet de Kruisbek, Gansch bedekt met bloed zoo klaar. In de dennenbosschen zingt hij Zangen vreemd en wonderbaar. S. Daems. Naar het Engelsch van Longfellow. Vorige Volgende