trein blijft eenige minuten stil bij het station Elmhult. Hier kunnen wij niet verre meer verwijderd zijn van het gedenkteeken van Linnaeus en ik maak van die gelegenheid gebruik om eenige bloemekens te plukken tot aandenken. Na eenige minuten stoomden wij voorbij de zuil, die bij den ijzeren weg tot herinnering aan den wereldberoemden Botanicus geplaatst is.
Eene bijzonderheid van Zweden is de eigenaardige bouwtrant van de huizen in de dorpen en op het veld. Zij zijn allen geheel van hout gebouwd en daarbij rood geschilderd, hetgeen tusschen het groen der boomen een vreemd en toch harmonisch effect maakt. Wij vervolgen onze reis en vinden het landschap altijd schoon en afwisselend. De treinen in het Noorden loopen langzaam, en de stations zijn onnoemelijk; men kan dus zeer goed de natuur waarnemen, die meer en meer woest wordt met afwisseling van graanvelden, weilanden en binnenzeeën. Men is overal met den hooioogst bezig. Het hooi wordt niet zoo als bij ons, in hoopen, maar op lange staketsels van dennehout gedroogd. Voortdurend blijft het landschap schoon en afwisselend en het is tusschen rotsen, met zwaar geboomte begroeid, dat men in Stockholm aankomt.
Wie prächtig spiegeln sich im Strome ab,
Thurm, Heldenbilder, Schloss und Musentempel,
Und dort im Abendglühen Riddarholm,
Wo Schwedens Ehre schlummert unterm Marmor.
Hoe prachtig spiegelen zich in den stroom,
Toren, heldenstandbeelden, slot en tempel der muzen,
En ginder, bij avondgloed, Riddarholm,
Waar Zwedens' roem onder het marmer sluimert.
zegt Tegnèr van Zwedens' hoofdstad. Ja, Stockholm, Venetië en Constantinopel zijn door hunne prachtige ligging wereldberoemd.
Betooverend is de aanblik, wanneer men Stockholm gedeeltelijk op eilanden en schiereilanden en op rotsen in het verschiet, ziet liggen. Als een amphitheater daalt de stad van de hooge bergen tot aan de zee af, terwijl het water in grillige kronkelingen om eiland en schiereiland der lage stad stroomt en Riddarholm met het koninklijke slot in haar midden omgeeft.
Stockholm is eene stad van weelde, heeft schoone hooge moderne huizen, breede straten, veel water, hotels, koffiehuizen, restaurants en pleinen met boomen, standbeelden en bloemen versierd. Dit alles kan door goeden smaak en sierlijkheid met Parijs wedijveren. Nooit heb ik dien schoonen wasdom van uitheemsche planten, dien prachtigen overvloed van rozen gezien, die men in het Noorden aantreft. Dit is waarschijnlijk toe te schrijven aan den langdurigen zonneschijn en voortdurende avondschemering tijdens den nacht in de zomermaanden, hetgeen voor de bewoners van midden-Europa een vreemd verschijnsel is. Lantarens worden gedurende de zomermaanden in Stockholm niet aangestoken en ten tien ure 's avonds kan men nog zeer goed een dagblad lezen. Wij bezochten het Museum van Noordsche oudheden en Ethnographie, dat aan voorwerpen uit verschillende tijdvakken zeer rijk is, doch de verzamelingen zijn niet zoo wetenschappelijk gerangschikt als in het Museum van Kopenhagen. Wij zagen er eenige merkwaardige handschriften van Noordsche geleerden, zooals van den kruidkundige Samuel Lilieblad, den natuurkundige Karel Jacob Sündervall, Berzelius, Frederica Bremer, Tegnèr, en meer anderen. Buiten de stad heeft men partij getrokken van den rotsachtigen bodem tot het aanleggen van schoone wandelingen Djur Garden genaamd. Daar vindt men het Belvedère, een gebouw in den vorm van een toren met restaurant, waar men een prachtig uitzicht op de stad heeft, verder de beroemde Hasselbacken, de vereenigingsplaats van de deftige familiën van Stockholm, waar thee en Zweedsche punch gedronken wordt, en waar men bij het genot van goede muzijk den tijd aangenaam kan doorbrengen. Wij hadden het geluk er de voortreffelijke Hongaarsche kapelle van Prins Esterhazy te hooren, alhoewel de Zweden bijna allen vokale-, doch
weinig instrumentale begaafdheden hebben. In den tuin staat het standbeeld van den Zweedschen dichter Bellman, en een oude eikeboom aan hem toegewijd. Stockholm is verder nog met verschillende standbeelden versierd, zoo als die van Gustaaf Adolf, Karel XII, Karel XIII en Berzelius, den beroemden scheikundige. In de stad heeft men het koffiehuis met tuin, bekend onder den naam van Strömparterren, waar men alle avonden muziek heeft en dat door de schoone ligging aan het water veel bezocht wordt. Ook Blanch's Café mag genoemd worden voor de rijke decoratie, en ook daar is alle avonden muziek.
De Zweden, Noorwegers en Denen zijn vriendelijk en voorkomend voor den vreemdeling. Jammer dat zij zoo weinig vreemde talen spreken. De landtaal niet kennende, zijn wij dikwijls genoodzaakt geweest, ons door gebaren verstaanbaar te maken hetgeen somtijds tot koddig misverstand aanleiding gaf. Wij verlaten het schoone en levenslustige Stockholm, om de ernstige Universiteitstad Upsala te bezoeken. Na eenige uren door eene heuvelachtige, vruchtbare streek gestoomd te hebben, waar ik in het veld een steen met runen inschrift duidelijk konde onderscheiden, kwamen wij in het aloude Ostra Aras aan, waar vroeger het middenpunt was van het Noordsche Heidendom. Daar zong de Skald bij de welluidende klanken zijner harp en roemde de pracht van Upsala's tempel, toen onder zijne hooge booggewelven er de machtige goden Svithiods geëerd werden. Later werd die tempel door het Christendom in asch gelegd, en in de Fijrisastroom, die Upsala bespoelt, werden de bekeerden gedoopt. In Upsala zijn nog vele merkwaardige zaken van het Katholicism overgebleven, zooals de Domkerk, welke in 1289 gebouwd en in 1435 hersteld werd, na eene gedeeltelijke beschadiging door brand. Zij is een prachtig gebouw in gothieken stijl met drie zuilengangen, en aan beide zijden met kapellen versierd. Bij het oude Lutheranism, den algemeenen godsdienst der Noordelijke bevolking, is het altaar met kruisbeeld nog bewaard gebleven. Nevens het hoogaltaar zag ik, tot mijne groote verwondering, de zilveren vergulde relikwiekas met de overblijfselen van den heiligen koning en martelaar Erik IX. Kan men zich grootere tegenstrijdigheid bedenken. Ook bewaart men nog verschillende gouden en zilveren kerkvaten en miskleederen. Men kan overal in de Noordsche kerken der oud-Luthersche gemeente zien, dat hun hervormer met angst en aarzeling de oorspronkelijke gebruiken der katholieke Kerk verlaten en afgebroken heeft: overal vindt men het altaar met het
kruisbeeld en zelfs met de beelden van Maria en Joannes bij het kruis. Men heeft mij gezegd dat ze nog eenige ceremonieën van de Mis hebben behouden, ja zelfs van de biecht; ook wordt bij hen het kruis op de graven geplant; en de koster zegde mij dat er wekelijks vele tot hunne zoogenaamde Communie gingen. Wat is er nu in de meeste landen van Luther's afbreking overgebleven? Niets. Achter het altaar ziet men eene prachtige graftombe van Gustaaf Wasa en sedert de hervorming zijn al de kapellen met grafmonumenten gevuld, waaronder dat van Linnaeus met het inschrift Carolo a Linné Botanicorum Principi Amici et Discipuli 1798.
Linnaeus ligt in het middenschip van de kerk begraven en zijn graf wordt door een eenvoudigen grafsteen aangeduid. In de nabijheid van de kerk bezoekt men de bron van den H. Erik, die volgens de overlevering op het bloed van den martelaar ontstaan is. Thans wordt de bron gebruikt als eene koud-watergenezingsbron of Kaltwasserkuranstalt. Het schijnt dus dat de oud-Luthersche gemeente toch nog vertrouwen heeft in den H. Patroon van Zweden?
(Wordt voortgezet.)
A.M. Oomen.