Eene wraakneming.
John Kemble had een tooneelspeler, genaamd Collins, door zijn lichtgeraaktheid beleedigd. Collins zwoer zich te wreken. Toen Kemble op zekeren tijd Hamlet gaf, speelde Collins voor Guldenster. Hamlet spreekt tot dezen: ‘wilt gij op dezen fluit blazen?’ en overhandigt hem het speeltuig. ‘Ik kan niet, mijn prins.’ - ‘Ik verzoek u er om!’ aldus gaat Hamlet-Kemble voort. - ‘Nu goed,’ herneemt de ander, ‘wanneer uwe hoogheid het beveelt, zal ik doen wat ik kan!’ En Collins begint met alle kracht te blazen: ‘God save the king,’ waarop Kemble zich wanhopend achter de schermen verwijdert.