Redders en reddingstoestellen bij brand.
Sinds menigvuldige en geweldige brandrampen - waarbij de vernieling van den Weener Ring-Schouwburg wellicht de vreeselijkste was - in de laatste jaren op ons Vasteland zooals in de Nieuwe Wereld zulk ontzettend getal menschenoffers eischten, is men alom op maatregelen bedacht geworden ter verhoeding dier hartpijnigende onheilen. Doelmatige inrichtingen tot eene spoedige en zekere ontruiming van welgevulde feestlokalen bij brand- of ander gevaar werden in België zooals elders van ambtswege den eigenaars dier zalen bevolen, terwijl langs eene andere zijde bevoegde mannen zich beijverden nieuwe en volmaaktere reddingstoestellen te bedenken. De oude manier van redden uit het bovendeel van een brandend gebouw, door onze eerste gravure voorgesteld, levert dan ook bijna zooveel gevaar op voor de hulpverleenenden als voor de hulpbehoevenden. Zooals men ziet hebben de moedige pompiers langs eene ladder de hoogste verdieping bereikt. Door eene verbrijzelde vensterraam is een hunner in het brandende vertrek gedrongen en begint aanstonds door de verzengende vlammen en den verstikkenden rook de bewustelooze bewoners behoedzaam uit den vuurgloed te dragen. Het gevaar bij dergelijke daden van zelfsopoffering is velerlei: verstikking, het afsnijden van den terugtocht door plotsuitslaande vlammen, instortingen, enz. kunnen zoowel als een enkele misstap op de steile ladders eenen doodelijken afloop hebben voor de edelhartige lieden, wien de drang der naastenliefde zoo vaak alle gedacht aan zelfbehoud doet uit het oog verliezen.
Edoch hoe vernuftig de menigvuldige toestellen ook mogen geweest zijn, die in de laatste jaren uitgedacht zijn tot redding van in nood verkeerenden op hooge verdiepingen van brandende gebouwen, hebben toch bijna alle het gebrek, dat zieke, zwakke en oude menschen er zich niet van bedienen kunnen, terwijl de brandweer door de hoogte der verdiepingen en de uitbreiding van den brand binnenshuis van beneden geene hulp kan verleenen. Met het oog hierop heeft de heer S.J. Pardessus te New-York een brandtrap uitgevonden, welke dit bezwaar ten volle uit den weg ruimt. De eerste gravure op de laatste bladzijde geeft een aanschouwelijk beeld van het toestel, dat hoofdzakelijk bestemd is om in huizen met vele verdiepingen aangebracht te worden. De uitvinding bestaat in de aanwending van een spiraalvormig zacht hellend vlak, in verbinding met een leervormigen opgang voor de manschappen van de brandweer, welke laatste slechts van onderen toegankelijk is. Het gansche toestel wordt gebouwd uit ijzer en door een cylindermantel omsloten. Het bestaat uit een rechtstandigen hollen zuil, om welken het hellend vlak, voor de ontvluchting der slachtoffers bestemd, zich schroefvormig heenkronkelt. Het laatste is glad, zonder treden of portalen, om het vallen te voorkomen of ten minste onschadelijk te maken, daar men meer naar beneden glijdt dan loopt. Ontstaat soms bij gelijktijdige vlucht van verscheidene personen eene opstopping, dan kan de dienstdoende brandgast van de spiraalvormige leer over den scheidingswand de behulpzame hand bieden. Door het aanbrengen dier sporten is tevens gezorgd, dat de anders volkomen afgeslotene ruimte, welke licht ontvangt door in den wand des trapkokers aangebrachte vensters, ook genoegzaam lucht bevat; een ventilator in de kap van den trapkoker bevordert den luchtstroom en zuigt allen damp en rook op. Op elke verdieping zijn in den trapkoker automatisch werkende blikken valdeuren aangebracht, welke zoo gemaakt zijn, dat zij gemakkelijk
opengeduwd kunnen worden en vanzelf weer dichtvallen. De holle zuil kan tevens als toevoerbuis voor het bluschwater dienst doen en is daarom op verschillende punten met monden voor het aanschroeven der brandslangen voorzien.
Een ander toestel, dat door zijnen goeden koop en zijne gemakkelijke aanwending binnen veler bereik ligt, is uitgevonden en in den handel gebracht door Hermann Brandes, Alsterwall 18, te Hamburg en verkrijgbaar voor den prijs van 25 francs. Het bestaat uit een gordel, eene koord van 45 meters en een ring met haak. Bij het gebruik wordt het toestel aan eene of ander stevig voorwerp vastgemaakt en de koord zoodanig door de ringvormige opening gestoken, dat de lus om het onderstuk heenslaat (gelijk de afbeelding II op de laatste bladzijde te zien geeft), waardoor niet alleen de bevestiging verzekerd maar ook de gevorderde wrijving verkregen wordt. Vervolgens wordt het korte eind koord door middel van den daaraan verbonden haak aan den ring van den gordel vastgemaakt, die het beste onder de armen bevestigd wordt en gedurende het nederdalen laat men het andere einde van de koord langzaam door de hand glijden. Mogen al deze besprokene verbeteringen en uitvindingen de gelukkige uitslagen opleveren, die men er van verwacht.