brandpunt van het verzet beschouwde, maakte zij van een oploop, bij gelegenheid van het opbrengen van een smokkelschip uitgebroken, gebruik om de stad met een paar regimenten soldaten en de haven met eene fregat en eenige gewapende schepen te bezetten. Hierdoor nam de verbittering nog toe en zij steeg ten top toen de zaakgelastigde van Massachusetts te Londen, de bekende Benjamin Franklin, in Engeland als een oproermaker en als de gevaarlijkste vijand van het moederland bejegend werd.
Dat ging zoo voort tot in 1770, toen het Engelsche parlement tot groote verrassing der Amerikanen de theebelasting van 1767 weer introk en voor elk pond thee in plaats van een shilling slechts drie pence belasting eischte. Dit geschiedde intusschen minder om aan de eischen der kolonisten voldoening te schenken, dan om de Oostindische maatschappij van den grooten voorraad thee af te helpen, waar ze bijna geen raad mee wist; want in 1769 alleen was er in Amerika voor 744000 pond sterling minder aan Engelsche waren ingevoerd dan vroeger. Thans begonnen de kooplieden te weifelen en in de zuidelijke- en middenprovinciën werden dan ook weder Engelsche waren ingevoerd, altijd echter met uitzondering van den thee. Samuel Adams en zijne correspondentiebureau's, door de ‘zonen der vrijheid’ ter zijde gestaan, wisten evenwel het vuur van den opstand levendig te houden en te Boston, dat nog altijd aan de spits der beweging stond, kwam het in Maart 1770 tot een wezenlijk straatgevecht met de militairen. Er stroomde bloed en er vielen dooden en gewonden; de begrafenis der gesneuvelden verbitterde de gemoederen nog meer.
De Oostindische maatschappij, die jaarlijks 2,400,000 pond sterling monopolie aan de regeering betaalde, en sedert haar voornaamste débouché, Amerika, verstopt was, met zeventien millioen pond thee in hare pakhuizen was blijven zitten, poogde thans van haren kant bemiddelend op te treden. Zij bood aan, de regeering het dubbele van het bedrag der theebelasting te zullen betalen, mits deze ook van de heffing der drie pence wilde afzien. Het aanbod werd niet aangenomen, maar daarentegen werd aan de Compagnie toegestaan haren thee onbelast naar Amerika uit te voeren, zoodat de Amerikanen thans weer in de gelegenheid gesteld werden, zich den lang ontbeerden drank voor een spotprijs te verschaffen. Verscheidene kooplieden kochten dan ook weer Engelschen thee in, maar de vrijheidsmannen in Massachusetts, wien het om eene volledige afscheuring der koloniën van het moederland te doen was, wisten de gemoederen zoodanig op te zweepen en de kooplieden dermate te beangsten, dat ten slotte algemeen in de volksvergaderingen besloten werd ook thans geenen Engelschen thee in Amerika te dulden, een besluit waaraan de kooplieden, hetzij dan goedschiks of kwaadschiks, zich wel moesten onderwerpen.
Aanvankelijk werden de ladingen thee, die in de Amerikaansche havens aangevoerd werden, eenvoudig afgewezen, en niet zelden wendden de scheepskapiteins, zoodra zij zagen hoe weinig hunne waar gewild was, uit eigen beweging den steven. Maar te Boston ging het zoo vreedzaam niet toe en daar kwam het al spoedig tot daden van geweld.
Den 28en November 1773 had het eerste theeschip in die haven het anker geworpen en in het begin van December hadden zich nog twee andere schepen daarbij gevoegd, die echter evenmin als het eerste hunne lading konden lossen. De bevolking wilde niets van den Engelschen thee weten en eischte dat de schepen onmiddellijk naar Engeland zouden terugkeeren, iets wat de Engelsche gouverneur maar niet zoo aanstonds wilde toestaan. Intusschen wisten Samuel Adams en de zijnen de verbittering al meer en meer op te wekken en in de zoogenaamde ‘oude Kerk’ te Boston, een gebouw dat zoowel voor godsdienstige bijeenkomsten als politieke vergaderingen dienst deed, werden stormachtige meetings gehouden.
Eindelijk werd den kapitein van het eerste theeschip met acht getuigen aangezegd dat hij onmiddellijk zijne pas van den stadhouder had te vragen en de haven verlaten moest; maar de man haastte zich niet dat bevel op te volgen. De avond viel in en nog was er van den kapitein geen antwoord gekomen; eerst om kwart voor zessen bekwam de opgewonden menigte, die in de ‘oude Kerk’ was samengestroomd, de boodschap dat de stadhouder de pas geweigerd had.
Toen stond Adams van zijne plaats op en verklaarde luide: ‘Deze vergadering kan niets meer doen om het land te redden.’ Op hetzelfde oogenblik weerklonk in het portaal der kerk de oorlogskreet der Indianen en een vijftigtal mannen, als Mohawk-Indianen gekleed en beschilderd, trokken, door Adams en andere geestdrijvers jubelend begroet, de kerk voorbij naar de haven, terwijl de menigte hen op de kaai naijlde.
Onmiddellijk sprongen de gewaande Mohawks in booten af, beklommen het theeschip, welks bemanning bij den aanblik der woedende volksmenigte alle lust tot weerstand verging, braken binnen een paar uren de 342 kisten open en schudden den geurigen inhoud in het water uit. Dat was de Theestorm van Boston, de eerste geweldige uitbarsting van den Amerikaanschen vrijheidsoorlog, die op de onafhankelijkheid van geheel Noord-Amerika zou uitloopen. Die gebeurtenis, welke zulke groote gevolgen zou na zich sleepen, ging zoo stil en zoo snel in haar werk, dat men aan den oever elken hamerslag hoorde en alles binnen een paar uren zonder het minste gedruisch afgeloopen was. Onmiddellijk na de volbrenging hunner taak daalden de Mohawks weer in de booten af, zonder het lege schip in het minst te beschadigen, en verdwenen weer even geheimzinnig als zij gekomen waren. Het bericht van den theestorm te Boston verspreidde zich als een loopend vuur door geheel Massachusetts en al de koloniën; thans was de kogel door de kerk en Noord-Amerika in vollen opstand tegen het moederland.
De oude schilderij, waarvan hiervoor sprake is, geeft den Bostonschen theestorm op den achtergrond te zien, terwijl men op den voorgrond de voorstelling heeft van een geval, dat eerst vier weken na het uitschudden van het theeschip plaats had, maar waarschijnlijk op de Engelschen nog grooteren indruk maakte, zoodat de schilder het tot hoofdonderwerp zijner voorstelling koos. ‘The Bostonians paying the excise man on tarring and feathering’ (hoe de Bostonners den tolbeambte met teren en veêren betalen), is het onderschrift der schilderij, die ons een juist denkbeeld geeft van de opgewonden stemming, waarin op het bedoelde tijdstip de Amerikanen verkeerden. Onder den zoogenaamden Liberty tree of vrijheidsboom, die desnoods ook tot galg kan dienen, wordt de arme tolbeambte, na van zijne kleeren beroofd en vervolgens geteerd en geveerd te zijn, een tijdlang te pronk gezet, waarna men hem met geweld den inhoud van een pot thee in het lijf giet. Zoo maakten de oproerige Amerikaanen het moederland duidelijk dat zij van de theeacte evenmin iets wilden weten als van de stempelacte, die men op de plaat aan de galg ziet genageld. Tot zulke buitensporigheden is de mensch in staat, als hij door politieke hartstochten in vuur gezet wordt.
Gelukkig dat het verzet tegen bezwarende of onrechtvaardige belastingen thans eenen meer beschaafden vorm heeft aangenomen, want anderszins zou in vele Europeesche Staten en ook in België het teren en bevederen zoodanig zijnen gang gaan, dat onze staten eene vertooning opleveren zouden, waarbij de wondervolste en gekste carnaval zou worden in de schaduw gesteld. De Theestorm strekt ons daarenboven nogmaals ten bewijze, hoe gevaarlijk het voor de vorsten is geene rekening te houden van de misnoegdheid huns volks, daar vooral in de staatkunde ‘kleine oorzaken dikwijls groote gevolgen hebben.’