Wetenswaardigheden.
Het zout.
Er zijn nog menschen die denken, dat het gebruik van zout ongezond is; wij hebben zelfs hooren vertellen, dat men voorheen aan de kinderen verbood ervan te eten, daar men in de dwaling verkeerde, dat het zout een steen in de blaas kan verwekken. Het vooroordeel tegen het zout werd misschien veroorzaakt door de hooge rechten, die er op stonden, waardoor men genoodzaakt was het met groote zuinigheid te gebruiken. Het zout is integendeel onontbeerlijk om het lichaam gezond en sterk te houden en om de kinderen te vrijwaren voor die ondermijnende ziekte, welke men koude klier of kropzeer heet. In het zuidoosten van Frankrijk leven boeren die deze ziekte van de ouders hebben overgeërfd en er zoo zeer mede behept zijn, dat ze zich als domme en onnoozele schepselen voordoen; men herkent ze aan het groot kropgezwel dat hun voor de keel staat; zij zien er eerder dieren dan menschen uit. Dit akelig gestel is, volgens de deskundigen, aan het drinken van slecht water en ook aan de ontbering van zout in het voedsel toe te schrijven. Op raad van die geleerden, tracht het gouvernement, door alle middelen, het gebruik van zout aldaar algemeen te maken, en die pogingen hebben reeds gunstige uitwerksels gehad.
Ons land is met Engeland het eenige in Europa waar het zout vrij is van alle rechten. Het ruw- of keukenzout is het gezondste, omdat het nog stoffen behelst (onder anderen eene allerkleinste hoeveelheid creosoot) welke zeer heilzaam zijn voor de gezondheid en door het raffineeren vervliegen. Men weet hoe goed het zout voor het vee en vooral voor de schapen is. Er bestaan in Frankrijk, niet ver binnenlands, aan de kusten van Normandië, weiden waarvan het gras een zouten smaak heeft, en die men prés sa'és noemt; de ossen die daarop weiden, worden beschouwd als het beste vleesch te leveren.