De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 1
(1884-1885)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 32]
| |||||||||||||||||
De telegraaf.De statistiek geeft ons op hoeveel telegrammen per 100 inwoners verzonden worden in de Europeesche landen. Zwitserland staat aan het hoofd met 100; dan volgen: Engeland 64; Holland 58; België 54; Duitschland 33; Frankrijk 22; Oostenrijk 21; Italië 20; Turkije 12 en Rusland 6 telegrammen. | |||||||||||||||||
De tunnel door den St. Gothardsberg.Deze tunnel, die Zwitserland met Italië verbindt, is 14,920 meters lang en 6 M. en half breed. Men heeft er 7 jaren en 5 maanden aan gewerkt: de doorsteking is dus gemiddeld 5 meters en half per dag gevorderd. Er werden 320,000 mijngaten geboord en 490,000 kil. dynamiet gebruikt. Bijna anderhalf millioen wagens aarde en steen werden door deze doorbraak uit den weg geruimd. | |||||||||||||||||
Vorstentitels.Keizer Frans Jozef van Oostenrijk is de meest getitelde vorst; hij is eenmaal keizer, 9 maal koning, 1 maal aartshertog, 2 maal groothertog, 18 maal hertog, 1 maal groot-vorst, 4 maal markgraaf, 5 maal rijksgraaf, 2 maal prins en verscheidene keeren graaf en landheer. | |||||||||||||||||
Een weergalm.Te Derenburg, bij Halberstadt, is een echo, dien Ebell eens duidelijk den volgenden Latijnschen zin heeft hooren herhalen: Conturbabuntur Constantinopolitani innumerabilibus sollicitudinibus. Velen van ons zouden wat meer moeilijkheid hebben dan de weergalm om die 27 lettergrepen dadelijk en vlotweg uit te spreken. | |||||||||||||||||
Torens.
| |||||||||||||||||
Wat een milliard is.Een milliard in zilveren munt weegt 5,000,000 kilogrammen. Om deze zware massa te vervoeren zou men 2000 wagens behoeven, elk bespannen met vier goede paarden. Wanneer men deze vijf millioen kil. in staven smeedde van eenen vierkanten duim dikte, zou men 655,000 meters dier zilveren latten bekomen en deze zouden voldoende zijn om een hek van 4 meters hoog rondom de stad Parijs te maken. | |||||||||||||||||
Sixtus V.De groote paus Sixtus V had eene voorliefde voor het cijfer, dat achter zijnen naam geplaatst was. Hij verbood aan de molenaars met minder of meer dan vijf muilezels binnen Rome te rijden. Hij liet bij zijn afsterven vijf millioen scudies in de schatkist en vijf duizend maten koorn in de openbare graanzolders. Hij deed vijf monumentale fonteinen en een even groot getal obelisken oprichten. Deze kerkvoogd had gezegd, dat hij slechts vijf jaren den pauselijken Stoel bezetten zou en zijne voorspelling werd bewaarheid: hij werd gekozen in 1585 en stierf in 1590. | |||||||||||||||||
Een nieuwe windwijzer.
een nieuwe windwijzer.
Wij ontvangen van den heer A.L.A. Martens te Delft bijgaande afbeelding van een nieuwen windwijzer, die door hem is uitgevonden, en waardoor niet alleen de richting, maar ook de drukking van den wind kan worden aangegeven, en dat wel door middel eener wijzerplaat, die binnenshuis kan aangebracht worden. Wij laten hier de beschrijving van den uitvinder volgen: Deze windwijzer wordt, evenals de gewone, op het dak of den schoorsteen geplaatst; maar de pen, waarop de windwijzer draait, is hier vervangen door eene buis D, die stevig in den wijzer A wordt vastgemaakt en dus met A dezelfde beweging maakt. Juist onder A wordt een draagpunt aangebracht in F, waar buis D doorloopt, die verlengd wordt tot op de plaats, waar men de wijzerplaat wil aanbrengen. Aan het ondereinde van D wordt het conische wiel G bevestigd, dat in verband staat met het andere conische wiel G en even groot is; dit laatste is bevestigd aan eene andere buis H, aan welker andere einde zich de groote wijzer bevindt. Doordien nu de wielen G even groot zijn, zullen A, D, G en de groote wijzer altijd een zelfde aantal malen rond gaan. Als dus de wijzer op het dak door den wind wordt heen en weer bewogen, maakt de groote wijzer dezelfde beweging en kan daardoor de richting van den wind aangeven. Om de verdeeling op de wijzerplaat te verkrijgen, stelt men des middags den wijzer op het dak met den punt naar de zon, in de richting zooals die door de neervallende schaduw wordt aangegeven; alsdan moet de groote wijzer loodrecht naar beneden wijzen: daar plaatst men Z of zuiden; de verdere verdeeling volgt alsdan van zelve, N boven, O links en W rechts. Dit voor zoover de richting van den wind betreft; zien wij thans hoe door den nieuwen windwijzer ook de drukking van den wind kan aangegeven worden. Boven den wijzer A bevindt zich de windvanger G, aan eene as die rechthoekig over A in de stijlen B draait. Dit blad kan door den wind naar beneden gedraaid worden, totdat het evenwijdig is met A. Wanneer dit geschiedt, dan draait ook het kamwiel, in het midden aan dezelfde as bevestigd. Het kamwiel nu werkt in de kammen, die ook boven aan I zijn aangebracht, zoodat wanneer C door den wind wordt achterover gedrukt, I wordt opgelicht. De draad I loopt door den wijzer en door buis D naar beneden tot onder de beide wielen G en is daar voorzien van eene knop L. Op die knop rust K, welk stuk evenwel niet mee draait, maar alleen opgehaald en neergelaten kan worden door het kamwiel van den windvanger. Wanneer nu, door de drukking van den wind op C, K wordt opgelicht, zal de kleine wijzer op de plaat rondgaan, omdat deze bevestigd is aan draad M, die door buis H loopt en waarvan het andere einde in verbinding staat met K door den dubbelen hefboom I. De verdeeling voor de winddrukking wordt verkregen als volgt: wanneer bij storm de drukking van den wind b.v. 80 KG. bedraagt op den vierkanten meter, en we veronderstellen dat de windvanger 1/10, van die oppervlakte heeft, dan bedraagt de drukking daarop 2 KG. Het kamwiel aan C doet hier dienst als hefboom, zoodat als daarvan de straal ⅕ is van de straal van C, ook de kracht op I 5 × 2 of 10 KG. bedragen zal. Onder aan I, of op K wordt nu eene veer van die kracht aangebracht of tot op dat gewicht bezwaard, dan zal bij storm de kleine wijzer den grootsten afstand op de wijzerplaat afgelegd hebben en b.v. 80 aanwijzen; bij stil weer staat de wijzer aan het begin van zijne baan, dus op 0. De afstand van 0 tot 80 wordt in gelijke deelen verdeeld; dan zal het doel bereikt worden en de kleine wijzer de kracht van den wind aanwijzen. |
|