Nieuw vermeerdert konincklijck lied-boeck, versien met verscheyden lof en triumphgesangen
(1695)–Anoniem Nieuw vermeerdert konincklijk lied-boeck, versien met verscheyden lof en triumphgesangen– AuteursrechtvrijEdel Princes.
Jonghman.
Adieu schoon Lief,
Jck gaen ten Oorlogh varen,
Adieu schoon Lief,
Jck gaen voor 's Lands gerief,
Om den vyand,
Op de woeste Zee-baren,
Bieden wederstant:
Als ick weer kom,
Sullen wy samen paren,
Over schone blom.
Dochter.
Wel lieve Maet,
Gy doet mijn hert verflouwen,
Wel lieve Maet,
Daer al mijn troost op staet,
Gaet gy nu heen,
| |
[pagina 86]
| |
En laet mijn hert in rouwen,
Jn druck en gheween:
Jck meenden siet,
Jn't kort met u te trouwen,
Maer gy van mijn vlied.
Jonghman.
O schoon Catrijn,
Wilt niet so treurig wesen,
O schoon Catrijn,
Wilt niet so droevigh zijn:
Voor ontrouheyt:
en hoeft gy niet te vresen
Over schoone Meyt:
Gy sult geen nacht,
Als ick op 't schip sal wesen,
Zijn uyt mijn gedacht.
Dochter.
Jck ben beducht,
Och, och mijn uytverkooren,
Jk ben beducht:
om dat ick ben bevrucht,
Want van mijn Moer
Jck staegh sal moeten hooren,
Dat ick ben u hoer;
Mijn lieve Jan,
Laet mijn niet gaen verlooren,
Trouwt eerst als een Man.
Jonckman.
Mijn tijd genaeckt,
Och Lief dat ick moet scheyden,
Mijn tijd genaeckt,
Och al u droefheyt staeckt,
Adieu 'k moet gaen,
Jck kan niet langer beyden,
Stilt u droef getraen:
Och Engel soet,
Stelt al u druk ter zijden
Want het wesen moet.
Dochter.
Ga jy nu heen,
'k Hoop God sal u behoeden;
Ga jy nu heen,
En laet mijn in 't geween,
Ghy ziet hoe mijn
De bracke tranen vlooden,
Och uyt mijn aenschijn!
Wel hoe kond gy
Jonckman u so ras spoeden,
Om te gaen van my.
Jonckman.
Caetje ick moet,
Mijn tijd begint te naken;
Caetje ick moet,
Aen boort op staende voet
Jck hoop den Heer,
Sal u bly Moeder maken:
| |
[pagina 87]
| |
Hout u Kintjen reet:
Doch wel in waert:
Adieu u rooder kaken:
Lief doch voor mijn spaert.
Dochter.
Mijn Lief getrouw
Sal ick mijn voor u dagen?
Mijn lief getrou,
Ach of ick was u vrou:
Dat gy nu gaet,
Doet mijn conscientie knagen
Stadig vroeg en laet;
Jck hoop God sal
U hoeden in dees dagen,
Voor een Lager-wal.
M. de HAAN. |
|