Nieu jaar liedekens uyt ghegheven by de retorijck kamer t'Aemstelredam In lied' bloeyende
(ca. 1608)–Anoniem Nieu jaar liedekens uyt ghegheven by de retorijck kamer t'Aemstelredam In lied' bloeyende– AuteursrechtvrijVanden jare vyfthienhondert eenentachtentich tot den jare 1608
Op de voys: het ranckgen vanden wijne, &c.HET Iaar men siet vernuwen
Maer laas de menschen niet,
Ons sonden wy niet schuwen
Off Godt ghenade biet,
Het wert niet in ghenomen
| |
[Folio D3v]
| |
Wat datmen leert off preeckt
Doe macht ten besten comen
Alst aan ons doen ontbreeckt.
In plaats van te vermijen
De sond ende misdaat,
Sien wy tot allen tijen
Ons hart vervult met haat,
Wy weten wel te thoonen
Wat quaat een ander doet,
Maar seluen wy verschoonen
Ons eyghen vuyl ghemoet.
Met raad en daad wy poghen
Om te brengen in last
Ons naasten nae vermoghen,
Dies tquaat te meer aan wast:
Men lieght, bedrieght seer aardigh
Met een waarachtigh schijn,
Daar by oock soo hovaardigh
Dat elkck de meest wil zijn.
Die heden is ghebooren
Ons sulcx niet en leert,
Maar laat zijn rijck vercooren
En heeft hem gantsch verneert
Is als een kint ghevonden
Te Bethlem in een stal,
Om onse snoode zonden
Die hy te niet doet al.
Is onse Heer zoo ghoedigh
En wert mensch ons ghelijck,
Laat ons doch oock ootmoedigh
Hem volghen sonder wijck,
Hy comt willigh beneeden
Dienstbaar, veedrigh en slecht
| |
[Folio D4r]
| |
Leert op den dagh van heeden
Gheen Heer te zijn: maar knecht.
Wy die ons Christnen noemen
En lidt maten vant hooft
Wat hebben wy te roemen
Als hooghmoet ons verdooft,
Off wy hem noemen vader
In ons daeghlijck ghebet,
Misbruyckende te gader
Zijn wil, zijn woort, en wet
T'waar over tijt te vlieden
Ons eyghen wil en lust,
Door weldaad aande lieden
Daar noot het hart ontrust:
Die d'armen niet besinnen
Noch helpen uyt verdriet,
Hoe sal hy Godt beminnen
Die hy doch niet en siet.
PRINCE.
Prins buycht ons harts ghedachten
Nae u natuer en leer,
Dat wy eens moghen trachten
Te lieven u o Heer,
Ons quaden aart wilt snoepen
Dit bidden wy eenpaar
Dat liefd' in ons mach bloeyen,
In desen nieuwen Iaar.
Natuer voor leer |
|