Nieu jaar liedekens uyt ghegheven by de retorijck kamer t'Aemstelredam In lied' bloeyende
(ca. 1608)–Anoniem Nieu jaar liedekens uyt ghegheven by de retorijck kamer t'Aemstelredam In lied' bloeyende– AuteursrechtvrijVanden jare vyfthienhondert eenentachtentich tot den jare 1608
Op die wijze: Een lied eerbaar.Tyt, stond, en Iaar,
Vernieuwt door Goods bestieren.
Menschen voorwaar,
Houwen d'oude manieren
Vernieuwter yet,
T'dijd meest ten besten //
Alsomen siet // ghebeuren:
T'baart hier verdriet // en na het ewich treuren.
| |
[Folio B2v]
| |
Eylaas, de Mensch,
Eel, goed ter deught gheschapen,
Had eerst na wensch,
Weelds weeld in God te rapen
Maer zot begheert,
Heeft t'goed in t'quaad verkeert
Goods wet onteert / ten laasten:
Oock heel verkeert // na wil, zijn even naasten.
Zo gaat het noch,
(God betert) met ons allen.
Wie zijnse doch,
Die vast-staan sonder vallen?
Elck een wil zijn
De best // al waar maar schijn
T is volght mijn, ter baten,
Grijpt aan dees lijn // de uwen wilt verlaten.
Prins.
O God ghy kend,
Ghedacht // hart, wegh en leven:
En sult int end,
Recht loon na werck gheven.
Nieuwt hart en gheest,
In wil, daad die u vreest
Een hulper weest // int Groeyen,
Dat in ons meest, u woordt en liefd mach bloeyen
|
|