Het nieuwe rommelzootje, te samen-ghestelt van verscheyden nieuwe liedekens, seer vermakelijck om te lezen of te singen. Op nieuws oversien en verbetert
(1670)–Anoniem Nieuwe rommelzootje, Het– AuteursrechtvrijStemme: Mijn Engel is vol vreugde.Ey Luytjens wilt wat wijcken,
En staet een weynigh om,
Siet hoe hier komt aen-strijcken
| |
[pagina 62]
| |
De fiere Pinxter-Blom,
Laet ons nu een deuntje queelen
Op dese Pinxter-Feest,
Dit soet geluyt,
Kost maer een Duyt,
Laet het u doch niet verveelen
Luytjens gy hebt mee jonck geweest.
't Js beter te aenschouwen
De soetheydt van de Jeught,
Als dat men met de ouwe
Luy, heeft veel ongeneught:
Wilt ons met geen stooters loonen,
En speelt soo niet het beest,
Want soo ghy ons,
Loont met een gons,
Gierigheydt sult ghy betoonen.
| |
[pagina 63]
| |
Luydjes jy hebt mee jongh geweest.
Dit mooy vercierde Kroontje,
Dat munt soo kostelijck uyt,
Daer heeft mijn Suster Proontje
Oock mee geweest de Bruydt,
Had jyse eens sien trede
En sy stingh soo bedeest
Sy stont te prijck,
En sagh gelijck
Dese Pincxter-Bloem oock mede,
Luydjes jy hebt mee jongh geweest.
Siet al ons mooye goetje,
Js 't niet wel net en reyn,
Ons Leyds-man is een bloetje,
Al is hy jongh en kleyn,
Ons Karremelcks Dief-leyer
| |
[pagina 64]
| |
Js een so nobelen geest:
Siet hem eens aen,
Siet hem eens staen,
't Js geen Joost noch drooge Vrijer,
Luydtjes jy hebt mee jonck geweest.
Nu Pincxter-Bloem set vaerdigh
Jou Montje in de plooy,
En bey jou handtjes waerdigh,
Jn bey jou zijdjes mooy:
Wie sal ons nu helpen singen?
'k Singh dat mijn keel is hees,
Als daer geen vreught
Js by de Jeught,
Wel dan zijnen 't slechte dingen,
Luydtjes jy hebt mee jongh geweest.
Dit hempje heeft mijn Susje
| |
[pagina 65]
| |
Selfs oock uyt gesopt,
Sy sal my geven een kusje,
Want sy op Duytjes hoopt,
[P]oppegoetje sullen wy koopen,
'k Wou dat jy 't dan wat prees,
Dit mooije goet,
Js 't dat ons doet,
Met de Pincxter-Bloem te loopen:
Luydtjes je hebt mee jonck geweest.
Prince, wilt hier op mercken,
Aensiet de kintsheydt, want
Kinders doen kind'ren wercken,
Sy toonen haer verstant,
Die u doen oock ginck beschouwe
't Schoeyt al op eenen leest,
Hierom met vliet,
| |
[pagina 66]
| |
Veracht het niet,
Wilt het ons ten goede houwe,
Luydtjes jy hebt mee jonck geweest.
|
|