Het nieuwe vermeerderde groote harpje
(1703)–Anoniem Nieuwe groote harpje, Het– AuteursrechtvrijStem: O Kers-nacht, &c.
MYn Huys, het maeksel uwer handen,
Staet, Heer, gereet om af te branden,
De brand is boven in het dak:
Ten zy gy het te hulp wilt komen
Met Geestelijke Water-stroomen,
Want 's menschen bystant is te zwak.
Doen Moses uyt Egypten scheyden,
En 't volk door zant en steenrots leyden:
Haer ingewant was vuur en vlam,
| |
[pagina 150]
| |
Gy laeft haer hert en drooge longen
Met kracht van lout're water-sprongen,
Dat door uw staf uyt steenrots quam.
Mijn sonden zijn de storm-vlagen,
Die reys op reys de vlam op-jagen:
De brand is fel, het dak is riet:
Ik ben in Rasidon gekomen,
En heb geen Horebs-bron vernomen,
Noch Moses Staf en vind' ik niet.
Toch Heer, of 't uwe wil niet ware
Dit huys voor meerder val te sparen,
Mijn wil gelijk u wille zy:
'k Beveel het alles in uw handen,
En bid na tijdelijke branden,
Maekt het voor eeuwig branden vry.
|
|