Het nieuwe vermeerderde groote harpje
(1703)–Anoniem Nieuwe groote harpje, Het– Auteursrechtvrij
[pagina 151]
| |
Stem: Het daget uyt den oosten.
DEs Hemels Burgerye verkondigt met geschal
Een overblijde mare, die ik u singen sal:
Een overblijde mare, &c.
Daer is een kind geboren te Bethlehem in een stal,
Wiens sterre men siet blinken, &c.
Een kind, doch uytverkoren, Emanuel, die Heer,
Daer ider voor moet knielen, en kenne sijne leer: &c.
Die voor de sagte pluymen, voor stiksels en satijn
Moet rusten in een kribbe, op 't stro by os en zwijn,
Moet rusten in een kribbe, &c.
Een kint dat voor de tijden voor eeuwig was by God,
| |
[pagina 152]
| |
Schijnt nu veracht door 't lijden, en tot des werelds spot, Schijnt nu veracht, &c.
Die al om onse sonden moet wesen arm en slegt,
Om ons by God te kroonen met rijkdom, en met recht, Om ons by God te kroonen, &c.
Die ons des hemels vrede, der menschen lust en vreugt, Des Vaders glans en eere,
Verkrijt door sijne deugt, des Vaders, &c.
De wereld komt te rasen, Herodes al verwoet,
Wil sijne handen wassen in dit onnosel bloed,
Wil sijne handen wassen, &c.
Gy Princen en gy Heeren, of menschen wie gy zijd,
Valt uwen God te voete, en weest met ons verblijd,
Valt uwen God te voete, &c.
|
|