De nieuwe Amsteldamsche schouwburg
(ca. 1775)–Anoniem De nieuwe Amsteldamsche schouwburg– Auteursrechtvrij
[pagina 75]
| |
Mijn geliefde kwam spade,
Met een aangename schat,
Die zy in haar handen had.
Sy zy daar is mijn vreugd,
Dat mijn Jonk hert verheugd;
Dat doen ook al mijn vrinden,
Op alle plaatzen binden,
Maar als gy denken kund,
Alleen uit deezen bond.
Hier telt een knegt vier of vyf,
Ja tot een tydverdrijf,
Laat allerhande keelen,
Geluyd van vrye zeelen,
Gestadig bij uw zijn,
Zoo drinkt verschiet van Wijn.
Verlaat voor al geen Vrouw,
Ja door den Egten Trouw,
Die boven alle Sieltjes,
Die aangename Fieltjes,
Verheugen uwen geest,
Een reine Bacchus feest.
Dit sprak mijn Zimon aan,
En was met vreugd belaan;
Begon van spijt te watertanden
Greep toe met by haar handen,
Naar die aangename schat:
Die zij in haar handen had.
Komt hij even in het Land,
Met Bloempjes fraay beplant,
Koop ossen en koop koeijen,
Koop Hoendertjes om te broeijen,
En koop ook Paarden mee:
| |
[pagina 76]
| |
Ten minsten een stuk of twee.
Dus ben ik weer ontwaakt,
Ia alles kwijd geraakt,
Myn Huyze en myn Erven,
Myn verstant raakt aan ’t zwerven,
Myn Paarde en mijn Koe,
Liefje ik weet niet waar na toe.
Maar boven al mijn Wijf,
Dit vrolijk tydverdryf,
Dat wierd my ook ontnomen,
Ik dagt wat drommels droomen,
Is dat niet wonder raars,
’t komt uit de Koe zijn naars.
Myn beste zwarte Koe,
Stont na mijn rustplaats toe,
Begon zijn staart te slingeren,
Bestruysde by mijn vingeren,
Mijn Paarden en myn Koe;
Liepe ik weet niet waar naar toe.
|
|