De nieuwe Oost-Indische rooze-boom: zynde voorzien met de allernieuwste liederen, die heedendaags gezongen worden
(ca. 1785)–Anoniem Nieuwe Oost-Indische rooseboom, De– AuteursrechtvrijOp een aangename Vois.Lestmaal in 't krieken van den Dag,
Uit Jagen zou ik gaan,
Zoo dra ik Bos-waardinne zag,
Vond ik een Maget staan,
Treed Voetjes, treed wat naar
Tot dat gy komt by haar,
Ach! Rozemond,
Vind ik u hier alleen?
Met veel Klagjes en Geween,
Hoe of 't komt,
zy is alleen.
Ach! Daar hoor ik haar lieve Keel,
Eens Zingen overluid,
Mogt ik nu maar eens met
| |
[pagina 70]
| |
myn Veel,
Of met myn Jagers Fluit,
Vermeijen eens by haar,
Met zoet Gespeel en Snaar,
Ach! wat een Vreugd Zou my dat zyn,
als wy t'zaamen zaten,
zy aan zy,
In myn Droefheid was ik bly.
Daar ginter koomen Winden aan,
Daar is een Jager by,
Ey Goden, helpt my nu dog raen:
Ach! Hemel staat my by;
Myn Rozemond, vlugt niet:
Ziet eerst, wie dat gy ziet,
Uw tweede deel,
Die komt u hier zo by,
Met zyn Beesjes aan zyn zy,
Rozemond vergeeft het my.
|
|