De nieuwe Oost-Indische rooze-boom: zynde voorzien met de allernieuwste liederen, die heedendaags gezongen worden
(ca. 1785)–Anoniem Nieuwe Oost-Indische rooseboom, De– AuteursrechtvrijOp een aangename Vois.Spaar, Meisjes vry, Al uwe Toverlonkjes,
Ik schouw die Minnen-Vonkjes,
'k Haat
| |
[pagina 13]
| |
die Slavernij;
Een ander kan uw Vlammen bluszen,
'k Zal my voortaan wel wagten u te kuszen,
Die uit een droog Bed op wil staan,
Moet met geen Meisjes omme gaan.
'k Heb eens Bemind,
Een zo bekoorlyk Meisje,
Zeer poezel blank van Vleisje,
Maar ik was verblind,
Waar ik my keerde of heene wende,
't was zugte, dugte, klaagen zonder ende;
'k Liep als een Zots-Kap door de Stad,
Die zyn Verstand verlooren had.
Maar nu ter Tyd,
Geef ik om Leonoortje,
Hoe schoon zy is, geen oortje,
'k Ben die Zotheid kwyt,
'k Wil om een Meid myn vryheid niet verliezen,
Maar 'k zal voortaan de Roode Baay verkiezen,
Want is men van het Drinken moe,
Men Slaapt gerust tot 's Morgens toe.
|
|