De nieuwe Oost-Indische rooze-boom: zynde voorzien met de allernieuwste liederen, die heedendaags gezongen worden
(ca. 1785)–Anoniem Nieuwe Oost-Indische rooseboom, De– AuteursrechtvrijStem: Vrienden ik moet je wat nieuws verhaalen.Wat grooter Vreugd komt ons te vooren,
Als men ziet aan alle kant,
Gelyk als ieder een komt te hooren,
Al door het schryven van de Courant,
Dat daar weer Geld is te winnen,
Voor de Meisjes hier ter Stee,
Nu de Scheepjes koomen binnen,
Brengen veel Matroosjes mee.
Nu gaanze haar weer opschikken,
Met een Hoepelrokje aan
En haar Borsjes staan met strikken,
Om te koomen al aan de Man,
Zy gaan Zwieren om een Trantje,
Zy houwen veel van Plyzier;
Jan verfoeide het zwarte Landje,
Blanke Meisjes vind men hier.
| |
[pagina 11]
| |
Ik wil wel na Oost-Indien vaaren,
Maar Holland dat is zo schoon,
Als daar geen Zwartinnen waaren,
De blanke Meisjes die spannen de kroon,
Die koomen wy nog eens vermaaken,
Met een Chitsje of Porcelyn;
Matroosjes zyn al raare Snaaken,
Zy krygen de Meisjes by 't dozyn.
Nu heeft een Boer weer niets te zeggen,
Nu de Scheepjes koomen aan,
't Schynt de Matroosjes nu voor leggen,
Een ander moet nu agter staan;
Gerrit werd schier vol van Zinnen,
Ik pleeg wel by myn Meisje te gaan,
Maar nu kan ik haar niet verwinnen,
Ik zie 'er nu geen Vreugd meer aan.
Ik dagt zy zou my nooit ontloopen,
Zy nam myn voor haar eigen Man,
Ik wouze wel by 't pond verkoopen,
Maar myn dunkt daar wil niemand an.
Ik heb laatst in een Kroeg gezeeten,
Ik prezenteerdeze aan ieder een,
Ik vond myn met de zaak bescheeten,
Zy was bekent voor 't algemeen.
Nu de Scheepjes koomen binnen,
Wel voorzien al met de Buit,
Mag ieder wel zyn Lief Beminnen,
Ander Lachgenze jou wat uit;
Dan gaan ze met Matroosjes Zwieren,
Die nu koomen al aan de Wal,
Die verlaaten haar zwarte Dieren,
Blanke Meisjes vinje hier over al.
Wie zou nu geen glorie maaken,
Nu de Scheepen koomen t'Huis,
Men praat veel verlooren zaaken,
Want de Stad komt vol gedruis,
| |
[pagina 12]
| |
Nu daar van die Bootsgezellen
Koomen uit het Zwarte Land,
Men hoord graag wat nieuws vertellen,
't Is Wellekom Vriend aan alle kant.
Men ziet de Waarden nu Floreeren,
Schept daar in nog goede Moed,
Matroosjes Leeven gelyk als Heeren,
Heb jy geen Geld, Verteer jou Goed,
Wilt maar lustig Vrolyk weezen,
Als het Geld nu is verteert,
Doen wy zo gelyk voor deezen,
't Keelgat dat moet zyn gesmeert.
Spiegelt u hier Matroosjes alle,
Nu gy weer komt aan de Wal,
Zwiert zo veel niet over al,
Denkt eens op storm en val,
Als gy u Geldje gaat Verzwieren,
Helpen zy u weer van kant,
Zo verlaat gy de Venus Dieren
En raakt weer na het Zwarte Land.
Ik zal het Liedje wel onthouwen,
Want ik heb het nooit gedagt,
Toen ik 't zwarte Land kwam aanschouwen,
Wat ik daar heb door gebragt,
Ik dagt om de blanke Meisjes,
Was ik in het Vaderland,
Ik deed nooit geen Oost-Indisch Geisje,
Ik voer nog liever langs de Strant.
|
|